30 oktober 2022
Gemeente van Jezus Christus, lieve mensen,
‘Waarom makkelijk doen als het moeilijk kan?’, verzuchten wij thuis wel eens tegen elkaar. Voornamelijk als één van de kinderen bijvoorbeeld weer eens via een ingewikkelde, gevaarlijke manoeuvre op de goede stoel beland. Het is natuurlijk een verdraaiing van de bekende uitspraak: waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Mijn ervaring is alleen dat moeilijk doen voor de kinderen vaak de leukere en spannender weg is dan de makkelijke.
Het Bijbelverhaal laat zien dat niet alleen mijn kinderen deze eigenschap hebben. Het middelpunt van het verhaal is Naämans reactie op de opdracht van Elisa. Naäman is om allerlei redenen beledigd of zelfs boos.
1. Elisa komt niet eens zelf naar buiten, maar stuurt een dienaar om te zeggen wat Naäman moet doen.
2. Er worden geen magische handelingen verricht of gebeden uitgesproken. De naam van de Ene God klinkt zelfs niet eens.
3. Wat hij wel moet doen is zo belachelijk eenvoudig. Dat kan toch niet werken? Zichzelf 7 keer onderdompelen in de Jordaan, een riviertje van niets.
1. Elisa komt niet eens zelf naar buiten, maar stuurt een dienaar om te zeggen wat Naäman moet doen.
2. Er worden geen magische handelingen verricht of gebeden uitgesproken. De naam van de Ene God klinkt zelfs niet eens.
3. Wat hij wel moet doen is zo belachelijk eenvoudig. Dat kan toch niet werken? Zichzelf 7 keer onderdompelen in de Jordaan, een riviertje van niets.
Er wordt hier gespeeld met al zijn macht en verwachtingen. Naämans hele wereld en wereldbeeld wordt hier op zijn kop gezet. Hoe gaat hij hier mee om?
Deze bronzen plaquette laat het antwoord op die vraag zien. Ondanks zijn woedende eerste reactie geeft Naäman gehoor aan de hele simpele opdracht om zich in de Jordaan te wassen. Deze plaquette verbeeld op een simpele en doeltreffende manier dat moment. Het is een stuk dat afkomstig is uit de 12e eeuw en deel van een altaar was.
We zien een bloot bovenlichaam van een man in de golven die aangeduid worden als de Jordaan. Dat moet Naäman zijn die zich aan het wassen is. Op de oever staan drie mannen die naar Naäman kijken. Het zijn de dienaren en ze houden zijn kleding vast. Naäman kijkt naar rechts omhoog waar een hand uit de wolken komt en via drie stralen zijn de hand en hij met elkaar verbonden. Curationem Naäman, staat erbij, de genezing van Naäman.
Die hand is een toevoeging van de kunstenaar. Een artistieke vrijheid om de werkzame kracht van God te kunnen verbeelden. Want in het verhaal zelf staat niets daarover. Er staat alleen dat de huid van Naäman weer helemaal gaaf was nadat hij zeven keer kopje onder was gegaan. Opnieuw wordt Gods naam niet genoemd. Alleen de handeling en het effect dat het heeft.
Die hand is een toevoeging van de kunstenaar. Een artistieke vrijheid om de werkzame kracht van God te kunnen verbeelden. Want in het verhaal zelf staat niets daarover. Er staat alleen dat de huid van Naäman weer helemaal gaaf was nadat hij zeven keer kopje onder was gegaan. Opnieuw wordt Gods naam niet genoemd. Alleen de handeling en het effect dat het heeft.
Het is allemaal te gewoon, te eenvoudig in dit verhaal. Net als 3 weken geleden in het verhaal van de 10 aan huidvraat lijdende mannen die bij Jezus vroegen om genezing. Toen ook geen spectaculaire gebaren en woorden, maar de genezing door het in vertrouwen op weg gaan. ‘Ga en laat je zien aan de priester’, zo zei Jezus hen. En door te gaan werden die tien mannen genezen.
Er zitten duidelijke parallellen tussen dat verhaal en ons verhaal van vandaag. In beide verhalen gaat het om de ziekte ‘huidvraat’. In beide gevallen is het de buitenstaander, de buitenlander die de hoofdrol krijgt en geprezen wordt. Het zijn allebei genezingsverhalen, maar is dat misschien niet eens het belangrijkste voor de lezer.
Bij het verhaal van Naäman speelt het onderwerp macht onder andere een belangrijke rol. Steeds opnieuw wordt daarmee gespeeld. Vanaf het begin wordt Naäman neergezet als een machtige en belangrijke man. Hij is de rechterhand van de koning van Syrië. Samen zijn ze de vijand van Israël. Naäman krijgt maar liefst 340 kilo zilver en 90 kilo goud mee van zijn koning en heer, als hij naar Israël op reis gaat!
Juist deze machtige man is ziek. Hij heeft pijn en is waarschijnlijk wanhopig op zoek naar genezing. Zijn koning kan hem die niet geven en ook de koning van Israël niet. Niet voor niets roept de koning van Israël wanhopig uit als Naäman voor hem staat: ‘ben ik soms een god, dat ik kan beschikken over leven en dood?’. De machtigen zijn, ondanks al hun invloed en rijkdom, machteloos. Sommige zaken zijn niet te koop.
Juist deze machtige man is ziek. Hij heeft pijn en is waarschijnlijk wanhopig op zoek naar genezing. Zijn koning kan hem die niet geven en ook de koning van Israël niet. Niet voor niets roept de koning van Israël wanhopig uit als Naäman voor hem staat: ‘ben ik soms een god, dat ik kan beschikken over leven en dood?’. De machtigen zijn, ondanks al hun invloed en rijkdom, machteloos. Sommige zaken zijn niet te koop.
Het charmante aan Naäman is dat hij dan wel een belangrijk man is, maar dat hij zijn menselijkheid behoudt in dit verhaal. Hij is bereid om te luisteren en staat open voor ideeën van anderen. Zelfs als die ander een slavin of een dienaar is.
De eerste naar wie hij luistert is de jonge, Israëlitische slavin van zijn vrouw. Waarschijnlijk nog een jong meisje, ontvoerd uit het dorp waar ze opgroeide. In een groot huishouden als dat van Naäman zal zij onderaan de pikorde hebben gestaan. Mond houden en je werk doen, is haar overlevingsmechanisme.
Het is al bijzonder dat zij hardop durft uit te spreken dat zij een oplossing weet. Dat zullen haar zaken helemaal niet zijn geweest. En door zich uit te spreken klinkt er impliciet ook kritiek op alle anderen die haar meester hebben proberen te genezen. Ze is helemaal niet in een positie om hier iets van te vinden.
Nog wonderlijker is dat zij niet alleen haar gedachte uitspreekt, maar dat zij ook gehoord wordt. Haar wens, want dat is wat ze uitspreekt, bereikt Naäman. In plaats van haar te negeren, neemt hij haar opmerking serieus. Deze slavin wordt zijn richtingwijzer naar genezing.
De eerste naar wie hij luistert is de jonge, Israëlitische slavin van zijn vrouw. Waarschijnlijk nog een jong meisje, ontvoerd uit het dorp waar ze opgroeide. In een groot huishouden als dat van Naäman zal zij onderaan de pikorde hebben gestaan. Mond houden en je werk doen, is haar overlevingsmechanisme.
Het is al bijzonder dat zij hardop durft uit te spreken dat zij een oplossing weet. Dat zullen haar zaken helemaal niet zijn geweest. En door zich uit te spreken klinkt er impliciet ook kritiek op alle anderen die haar meester hebben proberen te genezen. Ze is helemaal niet in een positie om hier iets van te vinden.
Nog wonderlijker is dat zij niet alleen haar gedachte uitspreekt, maar dat zij ook gehoord wordt. Haar wens, want dat is wat ze uitspreekt, bereikt Naäman. In plaats van haar te negeren, neemt hij haar opmerking serieus. Deze slavin wordt zijn richtingwijzer naar genezing.
De tweede naar wie hij luistert is de koning die hem op pad stuurt. Maar de volgende groep naar wie Naäman luistert zijn de dienaren die met hem op reis zijn. Zij hebben samen met hem een lange reis achter de rug. Ze zullen hun eigen verwachtingen hebben gehad en zich misschien verwonderd hebben over de gang van zaken bij Elisa. Als Naäman boos zich omdraait en weggaat van Elisa, voelen zij een verantwoordelijkheid om het er niet zomaar bij te laten zitten.
Net zomin als de slavin, zal het hun positie zijn geweest om ergens wat van te vinden. Als dienaar had je de meester te gehoorzamen. Zeker een machtig man als Naäman zal het nodige ontzag ingeboezemd hebben bij zijn dienaren. Toch durven zij zich uit te spreken om hun meester op andere gedachten te brengen. Als hij een moeilijke opdracht had gekregen, had hij het zeker gedaan en nu is de makkelijke weg te goed voor hem?
Opnieuw luistert Naäman naar die mensen die niet normaal gesproken zijn raadgevers zijn. Hij staat open voor hun andere kijk op de zaak. Hij laat zich door hen overtuigen.
Net zomin als de slavin, zal het hun positie zijn geweest om ergens wat van te vinden. Als dienaar had je de meester te gehoorzamen. Zeker een machtig man als Naäman zal het nodige ontzag ingeboezemd hebben bij zijn dienaren. Toch durven zij zich uit te spreken om hun meester op andere gedachten te brengen. Als hij een moeilijke opdracht had gekregen, had hij het zeker gedaan en nu is de makkelijke weg te goed voor hem?
Opnieuw luistert Naäman naar die mensen die niet normaal gesproken zijn raadgevers zijn. Hij staat open voor hun andere kijk op de zaak. Hij laat zich door hen overtuigen.
Zo worden de dienaren en de slavin tot de belangrijkste adviseurs van Naäman. De machtelozen wijzen de machtige de weg. De weg naar de God van het leven. Die weg is niet te vinden in het bijzondere of spectaculaire, maar juist in het gewone en alledaagse.
Dat is een boodschap die nog vele malen in de Bijbel herhaald zal worden. Het vormt het hart van het evangelie van Jezus: de machtelozen, de ongeziene mensen zij vormen de wegwijzers naar God en zijn rijk van vrede en recht. We gaan op weg naar kerst en advent komt al steeds dichterbij. Als dominee denk je altijd een paar maanden vooruit, dus misschien moest ik daarom ook aan Maria denken die zingt: ‘God heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares’.
De boodschap dat God anders aankijkt tegen macht klinkt dus al in de verhalen van Israël. Naäman is een voorbeeld, ook voor ons en ons leven, omdat hij durft te luisteren. Zijn macht en aanzien verhinderen hem niet om open te staan voor goed advies van mensen die normaal gesproken niets te vertellen hebben. Door te luisteren krijgt hij uiteindelijk zijn leven terug.
De boodschap dat God anders aankijkt tegen macht klinkt dus al in de verhalen van Israël. Naäman is een voorbeeld, ook voor ons en ons leven, omdat hij durft te luisteren. Zijn macht en aanzien verhinderen hem niet om open te staan voor goed advies van mensen die normaal gesproken niets te vertellen hebben. Door te luisteren krijgt hij uiteindelijk zijn leven terug.
Dat hem dit niets kost is ongemakkelijk voor Naäman, zo blijkt uit het vervolg. In zijn wereld was het ‘voor wat, hoort wat’. Dus als een god iets voor jou deed moest je hem ruimschoots terugbetalen. Anders kon het wel eens slecht met je aflopen. Als Naäman naar Elisa teruggaat om zijn ‘rekening’ te betalen, blijkt dat dit niet nodig is. Naäman heeft zijn leven om niets/ gratis terug gekregen. Het is genade, om niet. Zo is het voor iedereen beschikbaar, ook voor hen die niets hebben in deze wereld.
Het klinkt bijna té gemakkelijk en té goedkoop. Gods die het leven geeft en er geen grote rekening tegenover stelt. God voor wie iedereen even belangrijk is, zonder onderscheid: rijk en arm, machtige en machteloze.
Die eenvoud maakt ons weerloos, want het liefst willen we iets te doen hebben. Geef ons maar de moeilijke weg, want dan hebben we het gevoel dat we iets gepresteerd hebben. Zo werkte het bij Naäman, zo werkt het nog steeds in onze wereld. We worden afgerekend op onze prestaties, onze macht en onze integriteit.
Gods weg slaat ons alle macht en pretenties uit handen, om als gelijken te erkennen dat we leven van Gods liefde en genade. Die weg leert Naäman kennen door te luisteren naar zijn dienaren en de slavin van zijn vrouw.
Of het nu de makkelijke of de moeilijke weg is, ook wij mogen hem gaan, zoekend en luisterend naar hen die ons kunnen verrassen. Om zo de wereld te verrassen met een andere kijk op macht, aanzien en het leven naar Gods idee.
Die eenvoud maakt ons weerloos, want het liefst willen we iets te doen hebben. Geef ons maar de moeilijke weg, want dan hebben we het gevoel dat we iets gepresteerd hebben. Zo werkte het bij Naäman, zo werkt het nog steeds in onze wereld. We worden afgerekend op onze prestaties, onze macht en onze integriteit.
Gods weg slaat ons alle macht en pretenties uit handen, om als gelijken te erkennen dat we leven van Gods liefde en genade. Die weg leert Naäman kennen door te luisteren naar zijn dienaren en de slavin van zijn vrouw.
Of het nu de makkelijke of de moeilijke weg is, ook wij mogen hem gaan, zoekend en luisterend naar hen die ons kunnen verrassen. Om zo de wereld te verrassen met een andere kijk op macht, aanzien en het leven naar Gods idee.
Amen