1 februari 2015
Lezing uit het Oude Testament: Psalm 111
Wat onrecht is hoef ik U niet te vertellen, want elke dag komen beelden vol geweld bij ons binnen, zien wij hoe mensenlevens, ja hele samenlevingen worden vernield. Over zinloosheid en machteloosheid gesproken. Een zanger gaat daar dwars tegenin en denkt zo nog wat te kunnen bereiken ook. Naïef idealisme of vasthoudendheid die iets heilzaams, iets ongekends tot stand brengt? Hoe zou de wereld er uit zien zonder dissidenten, zonder volhardende dwarsliggers? Hebben wij zulke doorzetters, dus ook zulke eigenwijze Psalmisten, niet hard nodig om het goede alle ruimte te kunnen geven?
Israël is eigenwijs en dus zo verstandig om niet mee te doen met de grote mogendheden Egypte en Babylonië, in de hoop zo meer te kunnen bereiken voor burgers. Israël tapt uit een ander vaatje, zingt in de tempel een ander lied, omdat men op grond van Gods geboden anders tegen het leven en het wereldgebeuren aankijkt dan de buren. Gods volk heeft zijn liederen, zijn Psalmen, als tegenkrachten tegen verwoestende machten en krachten, die mensvijandig en cultuurvijandig zijn, geen weet hebben van waarheid en recht, maar slechts van onrecht, leugens en propaganda, krachten die voor mensen niets goeds in petto hebben.
Wat dat allemaal concreet betekent heeft men ook in Albanië maar al te lang aan den lijve ervaren. Maar zodra de Thora het voor het zeggen krijgt, waardoor naastenliefde de nodige ruimte krijgt, wordt een arm en dor land een land van melk en honing. Naastenliefde, barmhartigheid, recht en gerechtigheid maken het verschil uit, veranderen de wereld ingrijpend. Hoeveel wij aan Gods geboden te danken hebben, beseffen wij vaak amper, omdat het goede om ons heen zo vanzelfsprekend lijkt in plaats van buitengewoon, ongewoon.
Gods nabijheid geeft een mens weer moed op het leven, ook al moet je vanuit een diep zwart gat beginnen. Gods barmhartigheid is in staat om ellende te veranderen in wat goed aanvoelt: geborgenheid in plaats van diepe eenzaamheid en Godverlatenheid. Zo schenkt God ons troost en daarmee kracht om verder te gaan.
Doordat God mensen recht doet, komt er een eind aan de vervreemding tussen God en mens en mensen onderling. Doordat Gods vergeving groter is dan ons falen maken naastenliefde en begrip zich breed, waardoor afkeer en afstand verdwijnen. Met liefde en vergeving bereik je immers veel meer dan met haat, dwang en geweld. Daarom leert God ons dit lied van een ander recht doen en genadige betrokkenheid aan.
DIT en geen ander lied zingen wij, opdat haat en geweld zich niet breed kunnen maken in onze samenleving, maar mensen zich geborgen weten bij elkaar en bij de Eeuwige, omdat Hij niet alleen de barmhartige, maar ook de rechtvaardige is, die mensen kansen geeft door een rechtsstaat te stichten in plaats van het te moeten doen met een leugenachtig corrupt regime vol onzekerheid. Met de God van Israël als steun en toeverlaat weten mensen waar zij aan toe zijn: dat zij er niet alleen voor staan, maar dat er hulp en opvang is. Met naastenliefde als sociaal vangnet kunnen mensen het leven aan, worden mensen niet aan hun lot overgelaten, omdat er een betrouwbare God is die ons niet opgeeft, maar door de moeilijkheden heen sleept, uitzicht biedt.
In de kerk zingen wij met Israël de Psalmen vanuit de overtuiging dat alleen vanuit het geloof in Gods richtlijnen en het loven van God een goed leven en een vredelievende samenleving tot stand kunnen komen. Een andere weg die ons vrede schenkt dan die waarop de God van Israël ons met Zijn Bijbels ABC en Zijn zorg voor ons voorgaat is er niet! Daarom waagt dit lied het met recht, genade en liefde als heilzame uitgangspunten, zodat haat en geweld geen kans krijgen.
Dankzij een liefdevol, genadig God ontvangen mensen hulp, brood, wijn en troost, worden mensen versterkt. Zo’n goede God kan je alleen maar dankbaar loven, zoveel goedheid kan je alleen maar delen met anderen, zodat ook medemensen de reikwijdte van Gods verlossing ervaren, diep weten dat er meer is dan ellende en beklemmende nood, omdat rond de God van Israël ‘betrokkenheid’ het sleutelwoord is.
HIJ geeft ons niet op. Daarom geeft Hij ons de nodige bescherming. Zodoende staat de God van Israël garant voor de humaniteit, garant voor het heil en het welzijn van mensen. Amen.