Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

1 juli 2007 Tweede zondag van de zomer

ds. Dick Pruiksma

Tweede zondag van de zomer                                                1 juli 2007
Lukas 9 : 51-62                                                  GLK, 10.00 uur

Gemeente van de Heer,

Het moment waarop wij vanmorgen in het evangelie van Lucas binnenstappen is een beslissend moment. Lucas 9 vers 51 staat onder theologen bekend als het begin van het reisverhaal. Vanaf dit moment gaat Jezus op reis. Vanaf nu richt de weg van de Heer zich naar Jeruzalem. Toen de tijd naderde, zo zegt de Nieuwe Bijbelvertaling, dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen, ging Hij vastberaden op weg naar Jeruzalem. En wij weten hoe dat is afgelopen. Vanaf nu gaat het beginnen. En de vraag is: wat doe jij? Op dit moment.
Toen zij op weg waren, zei iemand tot Hem: Ik zal u volgen waar U ook heen gaat.  Ja, maar wacht nou even. Dat is vanaf Lucas 9 vers 51 nou net het probleem. Jezus gáát vanaf nu niet meer overal heen. Er staat letterlijk dat de dagen van zijn opneming in vervulling zullen gaan en dat Hij daarom zijn aangezicht vast op Jeruzalem richtte. Gaat u nog mee? Nu Ik naar Jeruzalem ga, zegt de Heer, wil je dan nog echt met Mij mee? Weet je dat wel héél zeker? Zul jij dan de beker kúnnen drinken die ik zal móeten drinken? Er zal van mij gevraagd gaan worden dat Ik mijzelf zal geven. Onschuldig zal mijn bloed van de aarde roepen. Zou je je niet eerst nog eens heel goed bedenken voordat je zegt dat je Mij wilt volgen?
En een ander zei: Heer, ook ik wil U volgen maar sta mij toe eerst mijn vader te begraven. Hoezo? Is jouw vader dan vandaag overleden? In het Midden Oosten worden de doden vaak op de dag van het overlijden al begraven. Het is dus wat onwaarschijnlijk dat iemand die vandaag zijn vader nog moet begraven, hier langs de kant van de weg rondhangt om met Jezus te babbelen. Nee natuurlijk niet. Als mijn vader vandaag overleden zou zijn, dan zou ik het veel te druk hebben met het regelen van zijn begrafenis. Nee, ik bedoel natuurlijk dat ik moet wachten tot straks, tot mijn vader overleden is. Want mijn ouders hebben mij nodig. Kinderen waren in die dagen de oudedagsvoorziening voor hun ouders. En je laat toch niet zomaar je ouders in de steek! Eert uw vader en uw moeder, staat er geschreven. Ik zal ze tot aan hun laatste dag verzorgen. En dan kom ik om U te volgen.
En nog weer een ander zei: laat mij eerst afscheid nemen van mijn familie. Dat betekent: laat mij eerst terúg gaan naar mijn familie. Want alleen al om redenen van eerbied en respect moet ik toch mijn familie vragen, zeker de pater familias, of ze het wel goed vinden wat ik doe? Afscheid nemen van familie betekent toestemming vragen aan mijn familie. We hebben onze verplichtingen. Die moeten we nakomen en daarna, Heer, dan zullen wij U volgen.
Nu denk ik eerlijk gezegd niet dat het evangelie vandaag van ons vraagt dat wij onze ouders in de steek zullen laten en dat wij onze familie zullen veronachtzamen. Of iets dergelijks. Maar ik denk wel dat we vandaag kunnen leren hoe radicaal op de toekomst gericht het evangelie van het koninkrijk van God is. Radicaal toekomstgericht. En zouden we dat serieus nemen, wat zou er dan veel in ons leven, ook in ons kerkelijk leven, veranderen. Radicaal toekomstgericht.
Dat maakt de Heer ons tot slot duidelijk in dat prachtige beeld van die boer die zijn land aan het ploegen is. En dan gaat het natuurlijk niet om de prachtige recht toe recht aan akkers die we hier rond Weesp bijvoorbeeld in de Aetsveldse polder zien. Nee, dan hebben we het over een  hotsebotsig ongelijk stukje land waar overal in de grond stenen liggen verborgen of de rotsen soms vlak onder de oppervlakte komen. En daar loopt dan een boer te ploegen. Met zijn ene hand houdt hij de leidsels vast waarmee hij de ossen stuurt. En met zijn andere hand moet hij zijn ploeg sturen. En zo’n metalen ploegzwaard, dat was een kostbaar ding. Wanneer je dan steeds maar achterom kijkt, niet voor je uit, niet goed kijken waar je de ploeg moet sturen, dan eindig je met een kapotte ploeg, een verbogen ploegzwaard. En dan kom je nooit meer aan zaaien toe. Waarom zou je trouwens achterom kijken? Om te zien of je het wel goed hebt gedaan? Of de voren die jij getrokken hebt wel recht genoeg zijn? Hoe mooi het vroeger was? Kom nou toch. Niemand die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk van God. Kijk vooruit. Kijk naar de toekomst.
Dat is het antwoord van Jezus aan hen die Hem willen volgen. Waarom zouden we zien naar hetgeen achter ons ligt? Maar Jezus vraagt ons om ons los te maken van alles wat ons vasthoudt. Alles wat ons bindt, wat zeggenschap over ons wil hebben en houden. Maar kijk niet achterom. Sla de hand aan de ploeg. Doe wat er te doen is.
Het is mijn overtuiging dat van ons persoonlijk en van ons als kerkelijke gemeente vandaag niets anders wordt gevraagd dan dat. Om de hand aan de ploeg te slaan en nieuwe wegen vinden voor een nieuwe vorm van gemeente-zijn. Hoe intens we ook hebben gehouden van het verleden dat achter ons ligt. Het evangelie is radicaal toekomst gericht. Want niemand die ziet op hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het koninkrijk van God. Mogen wij de innerlijke vrijheid vinden om los te laten en op weg te gaan met de Heer. Amen.