12 juli 2015
Gemeente van Jezus Christus,
Het is eindelijk zomer.
Ik sta op het station in Weesp en zie een jonge man
van een jaar of 20 met een enorme backpack.
Het ding is zwaar, want ik zie hem strekken en rekken en vervolgens
heel langzaam zijn rugtas op de grond zetten.
Vast op reis, denk ik, of nog aan het begin.
Zo stond ik ook ooit, herhaaldelijk, op stations,
’s ochtends vroeg in een waterig ochtendzonnetje, of ’s nachts,
met de sterren boven me,
te wachten op treinen die toch niet kwamen, bijna kwamen
of net geweest waren.
Misschien heeft u dat ook wel zo gedaan, vroeger.
Basic, met slechts een rugzak op waar alles in zit.
Op die manier reizen doe ik niet zo veel meer,
er zijn andere manieren voor in de plaats gekomen.
Nog steeds reis ik graag met de trein,
maar de fiets is ook mooi,
en voor sommige reizen hoef ik niet naar buiten.
Die reizen maak ik in mijzelf.
Op weg naar andere gedachten, nieuwe gevoelens
en dus nieuwe avonturen.
Maar ik weet niet hoe dat bij u zit?
Hoe zien de reizen er uit die u nog maakt?
Ben u minder gaan reizen?
Of misschien wel meer?
Vincent van Gogh was ook een reiziger.
Op zoek naar een thuis in de wereld
reisde hij van Nederland naar verschillende plekken in frankrijk,
van vriend naar vriend,
van landschap naar landschap.
van schilderij naar schilderij.
Daar zat een bepaalde onrust in, zou je kunnen zeggen.
Van gogh was ook geen makkelijk mens.
Voor zichzelf niet en voor anderen ook niet.
Waar hij kwam maakte hij vrienden, maar vaak ook ruzie.
Hij had moeite met het leven.
Een gevoelige man die bot kon zijn, totaal uit het lood geslagen,
agressief, gedreven, en geniaal.
Het schilderij dat vandaag centraal
staat is ‘De sterrennacht’ en
van Gogh schilderde het in 1889.
In dat jaar had hij zich vrijwillig laten opnemen
voor psychiatrische behandeling in een ziekenhuis in Saint remy de provence,
een stadje dicht bij Arles, helemaal in zuidfrankrijk, daar waar de rhone
in de middellandse zee uitmondt.
Het was niet de eerste keer, zo’n opname,
de voorafgaande jaren waren
voor van Gogh een achtbaan van psychotische,
manische en depressieve
periodes geweest, waarbij al eerder opnames
noodgedwongen of vrijwillig
plaats hadden gevonden.
Van gogh verbleef een jaar in het ziekenhuis.
Van mei 1889 tot mei 1890.
Niet lang daarna, in juli 1890, zou hij komen te overlijden,
door een geweerschot in het hart,
vermoedelijk zelfmoord.
Hij produceerde in zijn laatste jaar ontzettend veel,
wel 100 tekeningen en 150 schilderijen maakte hij
in en om het ziekenhuis.
Sterrennacht zou een van zijn bekendste schilderijen worden.
We zien een stadje liggen, in de achtergrond van een aantal grote cypressen,
we zien een maan, en
we worden in de sterrennacht meegenomen door de kleuren, en
door de draaikolkbewegingen in de nachtlucht.
Het is niet van Gogh’s enige sterrenstudie in die tijd.
Hij schilderde en tekende tientallen variaties op het thema.
Hij was er erg mee bezig, en schreef in een brief aan zijn broer Theo:
Waarom, vraag ik me af, zouden de stralende stippen in de lucht
niet net zo makkelijk te bereiken zijn als de zwarte stippen
op de kaart van Frankrijk?
Net zoals we de trein naar Tarascon of Rouen nemen,
gebruiken we de dood om naar de sterren te reizen.
Dit citaat is op heel veel manieren al uitgepluist,
maar we zullen natuurlijk nooit precies weten wat van Gogh hiermee bedoelde,
ik vind de woorden in ieder geval niet eenduidig of simpel.
Misschien was hij al bezig met nadenken over zijn eigen dood?
Hij schilderde immers de sterrennacht een klein jaar voordat hij zelfmoord pleegde.
Of was het meer een verlangen naar iets na de dood?
Of was het, net zoals het schilderij zelf, een zoektocht naar een plek in het geheel?
Zoals je, wanneer je buitenstaat in een heldere nacht,
de sterren boven je in dat onmetelijke zwarte doek dat ons heelal is,
een gevoel van kwetsbaarheid kan overvallen en ook
een verlangen naar verbondenheid.
Naar niet wegvallen in het geheel.
Zo schreef hij aan Theo:
ik heb een ontzettende behoefte aan- zal ik het woord maar noemen- religie, en dus ga ik ’s nachts naar buiten en schilder de sterren.
Als reist wordt je door iets voortgedreven.
Je wilt ergens naar toe. Je verlangt naar een bestemming.
Maar ook datgene wat in je leeft kan je doen opstaan,
en je onder sterrennachten doen begeven.
Zo zie ik ook vandaag de leerlingen van jezus lopen.
Twee aan twee met alleen een stok om te lopen,
en wat sandalen. Geen extra kleren, staat er in de tekst,
geen geld, zei jezus, geen voedsel,
geen backpack, hyper-basic.
Een en al vertrouwen.
Hoe oneindig veel sterrenluchten moeten zij hebben gezien.
Bij hoeveel mensen moeten zij wel niet hebben geslapen, gegeten.
Soms licht een kamer op wanneer er iemand binnenkomt.
Je voelt je opgetild, verlicht, vernieuwd.
Alsof er een nieuw licht schijnt op alles.
Zo iets moet het zijn geweest, daar,
wanneer de leerlingen hun verhaal deelden, en mensen genazen.
Gedreven door een innerlijk vuur,
een heilig licht.
Dat licht is niet voorbehouden aan een enkeling.
Dat zit in ons allemaal.
Soms zijn we alleen zo afgedwaald dat we vergeten
dat we het met ons mee dragen.
Maar als we er naar zoeken,
brengt het ons vanzelf weer in beweging.
Hoewel het leven voor van Gogh oneindig moeilijk en ingewikkeld was,
hij is nooit opgehouden met reizen.
Tot op het laatst verplaatste hij zich,
in de tuinen, de landschappen,
en in zijn hoofd, door zijn vingers, de penselen,
het werk dat hij maakte.
Aangespoord door zijn eigen onrust,
dat hem voortdreef op zoek naar dat wat zin maakte,
of voor hem zin gaf aan het leven.
Iets wat hij moést doen.
Ook al verkocht hij welgeteld 1 schilderij in zijn leven.
Niet iedereen is een kunstenaar,
een van Gogh.
Het gaat hier ook niet om de uitingsvorm.
Het gaat om de reis die iedereen moet maken.
De reis van het leven.
Dus ik vraag u vandaag,
wat is uw reis,
waar gaat u naartoe.
Bént u nog aan het reizen?
Of heeft u de reis gestaakt?
En waarom?
Wat doet u met uw heilige licht?
Of van Gogh zich bewust is geweest van wat hij de wereld heeft gegeven,
dat weet ik niet.
In 1972 maakte Don mcLean er een liedje over.
Starry starry night heet het, het was een bescheiden hit in die tijd,
geïnspireerd op het schilderij van vandaag wilde ik het u laten
horen als einde van deze preek:
https://www.youtube.com/watch?v=oxHnRfhDmrk