Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

16 januari 2022

Gemeente van Jezus Christus,
Een nieuw kalenderjaar is voor veel mensen aanleiding om met een goed voornemen te starten. Niet meer roken, afvallen, meer sporten of noem maar op. In veel gevallen hebben goede voornemens te maken met een verandering in ons gedrag. Het is wel eens onderzocht dat een gedragsverandering gemiddeld 66 dagen kost. Dat is dus minstens 2 maanden!
Vaak sneuvelt het goede voornemen echter al binnen de drie weken. Daarom is morgen, de derde maandag van januari, bekend als blue Monday. De meest deprimerende dag van het jaar. Het is grijs en donker, de gezelligheid van de feestdagen ligt achter ons en in dit geval houdt Corona ons nog steeds stevig in haar greep. Wie had dat maart 2020 gedacht? Dat we twee jaar later ons dagelijkse leven nog steeds zo door deze ziekte bepaald zou worden? Genoeg om een beetje gedeprimeerd over te raken toch?
Dus een beetje aanmoediging om door te zetten, vol te houden of hoop te blijven houden, kunnen we wel gebruiken. Ook als gelovige of als kerkgemeenschap, want ook op die gebieden zijn we niet zo onwankelbaar als we wel eens zouden willen zijn. We staan met beide benen midden in het gewone bestaan en worden geraakt door wat er in de wereld om ons heen gebeurt.
Als predikant zie, hoor en merk ik dat de band met de kerk steeds wat losser wordt voor veel mensen. Dit is in veel gevallen geen bewuste keuze, maar gevolg van alle maatregelen en activiteiten die wegvallen. Het kost echt inzet en motivatie om aangehaakt te blijven bij de kerk en de gemeenschap die zij vormt. Om die motivatie te voeden daarom vandaag een goede peptalk.
Die komt van de persoon van Paulus. Hij schrijft aan de gemeente in Efeze. Een omgeving waarin het allerminst vanzelfsprekend was om christen te zijn. Het was een bloeiende stad, met een rijke godencultuur. De nieuwe leer over Jezus vormde voor vele inwoners van Efeze een bedreiging voor hun leven en hun inkomen.
Paulus was zich heel goed bewust van het feit dat het voor zijn gemeenteleden niet makkelijk was om vast te houden aan de keuze die zij eens gemaakt hadden voor het christendom. De druk van buitenaf om het op te geven was groot. Daarnaast was er gedoe binnen de gemeente, waardoor haar eenheid op het spel stond. Net als nu was toen afhaken zoveel eenvoudiger dan betrokken en geïnspireerd blijven als gelovige.
Vandaar de aanmoediging van Paulus: ‘Eens was u duisternis, maar nu bent u licht. Wandel als kinderen van het licht’.
De stelligheid waarmee het gezegd wordt valt op. ‘U bent licht’. Alsof er geen twijfel over mogelijk is. Met hun keuze om volgeling van Jezus te worden zijn de christenen in Efeze in het licht gaan staan. In Gods licht dat door de geboorte van Jezus is gaan schijnen als nooit te voren. Dat licht blijft op ze schijnen of ze nu naar links of naar rechts gaan, naar voren of misschien zelfs naar achteren. Sterker nog, ze zijn niet alleen in het licht gaan staan, maar ze zijn nu zelf lichtbrengers geworden.
Niet voor niets haalt Paulus aan het einde van het gedeelte wat wij gelezen hebben de woorden uit een hele oude doopliturgie aan: ‘ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood, en Christus zal over u stralen.’ Naar dat moment wil hij zijn lezers terugbrengen. Naar het moment dat ze als dopelingen in hun witte gewaden uit het water omhoogkwamen en aan hun nieuwe leven begonnen. Het vuur en de bevlogenheid van toen lijkt hij weer naar boven te willen halen.
‘Niet in slaap sukkelen’ is Paulus zijn waarschuwing, probeer die passie en dat enthousiasme steeds opnieuw terug te vinden. Om vervolgens het beeld van het gaan van een weg te gebruiken: ‘Ga de weg van de kinderen van het licht’. Een paar verzen eerder schrijft Paulus: ‘Ga de weg van de liefde, zoals Christus deed.’ Volgeling van Jezus zijn betekent een leven lang onderweg zijn met licht en liefde.
Nu zal het voor de meesten van jullie ingewikkeld zijn om terug te keren naar het moment van onze doop, omdat velen als kinderen gedoopt zijn. Het beeld van levenslang onderweg zijn als gelovige is ons echter niet vreemd. Het heeft iets heel dynamisch en actiefs in zich. Onderweg is het landschap om je heen steeds anders, de weersomstandigheden zijn anders en het wegdek onder je voeten verschilt steeds. Het is dus logisch dat geloven geen statisch gegeven is, maar zich steeds ontwikkeld, omdat het zich steeds moet aanpassen aan die veranderende omstandigheden. Daarin hebben wij onze gemeenschappen. We zijn met elkaar mensen van de weg: de weg van liefde, de weg van licht.
Via Paulus worden wij gevraagd om terug te gaan naar de ‘lichtmomenten’ die er tot nu toe op onze weg zijn geweest. Zoals de magiërs bijvoorbeeld ervan getuigden tegenover Herodes dat zij een lichtende ster hadden zien opgaan die hen in beweging had gebracht. Wat waren voor u, voor jou en voor mij momenten waarop je de kracht van het licht van God voelde stralen in jouw leven of het leven van de mensen om je heen? Wanneer voelde jij dat het licht werd in de duisternis? Wat deed dat met je?
De kracht van het licht van God is volgens Paulus te beschrijven met woorden als goedheid, gerechtigheid en waarheid of mooier nog trouw. Margriet van der Kooi heeft het in de podcast ‘Eerst dit’ over deze Bijbeltekst. Ze zegt dat Paulus haar helpt te leren zien waar God aan het werk is in deze wereld. ‘Er gebeurt veel goedheid, gerechtigheid en waarheid en daarvan is God de bron’ zo zegt ze.
Zoekend naar momenten waarop wij goedheid, gerechtigheid en trouw hebben zien oplichten, zoeken we naar de sporen van God in ons eigen leven. Die ‘lichtmomenten’ zijn onze schatten. De kostbaarheden die wij hebben en die wij meenemen op onze weg en zoektocht. Ze zijn in staat een verlangen in ons wakker te roepen op het moment dat we het op dreigen te geven.
Het materiaal waar wij vandaag gebruik van maken is voorbereid door de christenen uit het Midden-Oosten. Zij vormen vaak kleine, kwetsbaren gemeenschappen in een omgeving vol spanning en gewelddadige conflicten. Zij hebben ervoor gekozen om het vandaag opnieuw kerst te laten worden. In de lezing over de wijzen uit het oosten en het thema: licht in het duister. Daar had ik in eerste instantie zelf wat moeite mee, want waren we niet een beetje klaar met kerst? Dat effect merk ik als predikant wel altijd na kerst. Maar de christenen uit deze regio laten mij voelen dat er zoveel plekken op de wereld zijn waar dagelijks behoefte is aan het licht van hoop en liefde. Ik heb niet de luxe om te zeggen: hier heb ik even geen zin in. Daarmee gaan ik voorbij aan het verlangen van zoveel mensen in de wereld om te weten dat God hen niet vergeet, met hen meegaat en zijn liefdevolle licht laat stralen.
Het kan heel zwaar klinken om licht te zijn en als kind van het licht op weg te zijn. We zijn immers gewoon maar mensen en we weten het ook niet altijd. Dat hoeft ook niet, we mogen ons te binnen brengen wat God zelf in onze schatkist en in de schatkist van onze kerkgemeenschappen heeft gestopt. Waar zien wij Gods goedheid, gerechtigheid en trouw die wij in de wereld om ons heen?
Door te zoeken naar onze ‘lichtmomenten’ en die te delen worden we zelf lichtbrengers. Dan zijn wij als gelovigen en als kerkgemeenschappen zelf een lichtende ster, wijzend naar Christus, en gaan wij op de weg van licht en liefde zoals Christus deed.
Amen