21 januari 2007 – 3e zondag na Epifanie
Ds. Stefan Dijkhuizen & p. Anton Overmars
Overweging Oecumenische dienst
Zondag 21 januari 2007, Laurentiuskerk
Teksten: Psalm 28: 1-2, 6-9, Marcus 7: 31-37
Inleiding op de dienst:
Dank voor het hartelijke welkom! Ik hoop eensgelijks op een mooie viering, waarin we elkaar kunnen ontmoeten als één gemeente van onze Heer. Dat we in die ontmoeting elkaar ook kunnen inspireren, aanraken om verder te werken aan onderlinge verbondenheid in liefde en dienstbaarheid.
Om ‘ontmoeting’ gaat het ook vandaag. Straks in het evangelie zullen we horen van een bijzondere ontmoeting van Jezus met een doofstomme man. De ontmoeting tussen deze twee mensen kan pas echt plaatsvinden als Jezus de man even apart neemt, weg van de menigte, weg van de wereld waar hij als doofstomme eigenlijk geen deel van uit kan maken.
De ontmoeting kan pas dan plaatsvinden als Jezus de man ook aanraakt, heel lijfelijk en op een voor ons haast onpasselijke manier. Maar zo dichtbij komt Jezus dus. Ook ons zal hij lijfelijk moeten raken willen wij echt kunnen horen en kunnen getuigen van zijn liefde. Pas dan gaan we open. Effeta, zo staat er in het evangelie van vandaag: Ga open!
De ontmoeting zien we ook terug in de collages die zodadelijk door jongeren worden binnengedragen. Afgelopen vrijdag hebben we samen nagedacht wanneer er sprake is van ontmoeting tussen mensen, en hoe moeilijk dat ook kan zijn. Ze hebben dat weergegeven in 3 collages, vol van afbeeldingen en teksten over ontmoeting. Tijdens dat binnendragen zingen we het Ubi caritas uit Taizé, omdat daar waar mensen in liefde en goedheid elkaar ontmoeten willen, ook God zelf aanwezig is. Laat daar ons hart voor open gaan, dit uur, vandaag en alle dagen van ons leven.
Overweging:
Gemeente van onze Heer,
bij het voorbereiden van de overweging, raadpleeg ik tegenwoordig bijna altijd even het internet. Zo ook met de tekst van vandaag over de genezing van de doofstomme man uit het gebied van Dekapolis, het tiensteden-gebied aan de overkant van het meer van Galilea. Nieuwsgierig tikte ik het woordje ‘Effeta’ in bij één van de zoekmachines op het wereldwijde netwerk. ‘Ga open!’ is de betekenis volgens het evangelie.
Dit woordje in het Aramees, de spreektaal van Jezus, levert een groot aantal treffers op. En bijna allemaal zijn het websites of artikelen over doven-organisaties, bijzondere scholen en kerken, radio- en tv-zenders en forums waar doven en slechthorenden elkaar kunnen ontmoeten. Je kunt dus rustig stellen dat dit dit evangelie-woord Effeta, Ga open!, geschiedenis heeft gemaakt, tot op het internet toe.
Over de hele wereld hebben mensen zich blijkbaar laten inspireren door dit verhaal over de doofstomme man die door Jezus genezen wordt. En tot op de dag van vandaag toe gaan mensen dus op allerlei verschillende manieren verder met dit bevrijdende en helende woord. Kan het evangelie dus ook geschiedenis blijven maken in mensen zelf.
Al deze organisaties zetten zich in voor een beter leven met de handicap van doofheid. Voor veel mensen is het mede daardoor ook mogelijk om beter te functioneren en mee te kunnen doen in de ‘normale’ wereld. Maar hoe je het ook bekijkt, als je niet kunt horen, of slecht kunt horen, is het niet eenvoudig om werkelijk deel uit te kunnen maken van onze samenleving. Als je je niet kunt uiten, je stom bent, of met stomheid geslagen, dan hoor je er al snel niet meer bij. Zeker in deze tijd, waarin de mensen met de grootste mond het toch nog steeds voor het zeggen hebben.
Doofheid is en blijft een verschrikkelijke handicap en het zorgt, ondanks alle goede initiatieven en instellingen, nog steeds voor een isolement voor heel veel mensen. Ook in bijbels perspectief is doofheid uiteindelijk één van de vele dingen die in het Koninkrijk van God niet meer zullen zijn. Die in de nieuwe schepping hoe dan ook ‘recht gemaakt’ zullen worden.
Voor de omstanders in het verhaal van vanmorgen is het wel duidelijk: De Messias is nu gekomen! ‘Buiten zichzelf van verbazing’ zijn ze, zo lazen we net. Alles wat Jezus doet is wel gedaan, is goed, de doven laat hij weer horen en de stommen laat hij spreken. En zo, met de woorden van de profeet Jesaja in de mond, refereren ze aan het scheppingsverhaal. Ze zien dat het goed is wat Jezus aan hen doet. Nieuwe schepping, het aanbreken van het langverwachte Koninkrijk van God.
Als je de verhalen over Jezus in het evangelie van Marcus leest, kun je moeilijk iets anders vaststellen. Jezus maakt het waar; nieuwe schepping ontstaat waar hij komt. Grensoverschrijdend en muren slechtend. Jezus maakt mensen nieuw, geneest ze en zet ze weer rechtop. Jezus laat de mensen God en elkaar ontmoeten, uit verschillende landen en streken, Jood en heiden, ziek en gezond, rein en onrein, oud en jong, man en vrouw. In het Koninkrijk van God ontmoeten mensen elkaar van hart tot hart en word je tot een nieuwe schepping. Zeg maar dat je een nieuwe bestemming krijgt.
Maar is dat niet in groot contrast met wat wij om ons heen zien? Of moet je concluderen dat met de komst van Jezus er even een oprisping, een opleving plaatsvond van dat Koninkrijk, maar dat zijn missie voor de rest hopeloos mislukt is, of in ieder geval slechts van tijdelijke aard was? Houdt God zich, met Psalm 28 van zojuist, niet ontzettend doof voor alles wat er nog steeds gebeurt op zijn wereld? Roepen wij tevergeefs naar een stomme God, een god die toch niets terugzegt?
Daarnaast is het maar de vraag of dat grensoverschrijdende werk van Jezus in ons nog wel is verdergegaan. De wereld lijkt zoveel kleiner en opener, maar is dat niet alleen voor de happy few? De grenzen zijn voor hen die buiten onze welvaartsstaat vallen, wellicht nog wel veel ondoordringbaarder geworden. En ook is het in onze tijd misschien nog wel makkelijker dan ooit om in een isolement te vervallen; in eenzaamheid, in het er niet bij horen vanwege handicap, uiterlijk, status, geaardheid, of wat dan ook.
Het wonder dat Jezus bij de doofstomme man verricht, komt bijna aanstootgevend over. Het riep bij mij in ieder geval weerzin op. Jezus’ vingers in zijn oren, zijn speeksel op de sprakeloze tong, een zucht naar de hemel… Verlangt het evangelie van ons onmogelijke denkpatronen en een geloof tegen beter weten in? Kan zo’n wonderverhaal een stem zijn in deze tijd? Heeft dit zeggingskracht?
Toch, en juist tegen alle ellende en isolement in, en al eeuwenlang onze geschiedenis door, dus ook vandaag en in uw of jouw leven, klinkt dit evangelie-woordje: Effeta. Ga open!
Ga open voor de Messias, open voor het Koninkrijk van God. Het is niet een vraag die uit het evangelie klinkt, maar een opdracht: Effeta!
Door dit woord kunnen wij onszelf de vraag stellen: Krijgt Jezus ook werkelijk toegang tot ons eigen leven? Laten we hem toe, mag hij ons aanraken? Mag hij ons apart nemen, weg van de massa, naar de plek waar we eigenlijk onszelf zijn, en ons daar aanspreken? Mag hij met zijn vingers onze dove oren doorprikken en zo de weg vrijmaken om werkelijk te kunnen horen waar het om draait? Mag hij met zijn levende woorden onze tong aanraken, zodat we niet stil blijven vallen en er maar het zwijgen toedoen omdat het toch allemaal geen zin meer heeft?
Pas dan, en alleen dan kan er ook een wonder plaatsvinden in ons leven. Haast intiem, en met zoveel meer kracht dan wel 1000 woorden die deze preek ongeveer lang is. Heel ons leven moet open kunnen gaan om tot deze nieuwe schepping te kunnen worden. We kunnen ons eenvoudigweg niet doof en stom houden, ookal zijn we maar alleen, of raast de wereld om ons heen. We kunnen niet zwijgen, want anders blijft God ook stil.
Zeker niet in deze tijd, waarin de wereld doof lijkt voor de goede boodschap en wij als kerk veel te vaak maar onze mond houden of alleen maar met de geijkte punten in het nieuws komen. We zo eerder naar het museum voor oudheden dreigen te verdwijnen dan echt een woord te hebben voor deze wereld.
Effeta. Ga open! Mag Jezus ons vandaag met zijn Koninkrijk raken, veranderen, herscheppen? Mag Jezus ook ons Dekapolis, onze streek van ongeloof en doofheid genezen?
God heeft het in mensen gelegd om geraakt te worden door zijn Woord. Dat is onze missie, onze weg tot mens-zijn naar zijn beeld. Om dat ook te laten groeien en bloeien in ons leven.
In de Maaltijd laat Jezus zichzelf ten diepste toe aanraken. Biedt hij zichzelf aan, zijn eigen lichaam en zijn eigen bloed. Zo wil hij gemeenschap met ons vormen. Om zo ook werkelijk ontmoeting te hebben, met God, en met elkaar. Katholiek en protestant, jong en ouder, ziek en gezond, vrouw en man. Zodat ook wij zullen nazeggen, vol verbazing en verwondering, als nieuw herschapen mensen: Alles wat hij doet, is goed. In de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest, Amen.