Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

22 maart 2015

Evangelielezing: Johannes 12:20-33

In angst moeten leven is een van de ergste dingen die je kan overkomen. Angst en pijn beheersen immers je hele bestaan, ondermijnen je hele leven. En maar al te vaak begrijpen omstanders niet waarvoor je alsmaar bang bent. Het IS ook niet uit te leggen, maar het beheerst en verziekt wel je hele leven. Duizenden mensen zijn ten prooi aan allerlei angsten, zonder dat wij dat vaak weten. Mensen lopen nu eenmaal niet met hun ellende te koop.
Als naaste ben je zo machteloos als je geconfronteerd wordt met een bang medemens. Hoe je iemand die bang is kan helpen, weten we veelal niet. En dan zijn we zo deskundig… Ondoorgrondelijke angsten maken je stil, slaan je met stomheid. Ook Jezus weet niet wat Hij er van zeggen moet als doodsangst Hem overvalt, die basale angst Hem helemaal in de greep heeft. Een walgelijke ervaring die je je ergste vijand niet toewenst.
Jezus is doodsbang, want hoe zou je NIET bang zijn, als je weet wat voor gruwelijk lot je te wachten staat? Hoe je lichaam wordt afgebroken op een mensonwaardige manier. Je bent onschuldig en toch overkomen je allerlei wrede en onmenselijke behandelingen. En men staat er nog van opwinding bij te schreeuwen ook. Dat IS toch onbegrijpelijk?
Wat je niet kan doorgronden, maakt je angst alleen maar erger, nog groter. Logisch dat Jezus hoopt en bidt dat God deze drinkbeker aan Hem voorbij zal laten gaan, terwijl Hij anderzijds weet dat deze lijdensweg juist de diepste bedoeling van Zijn leven is. Ook Jezus wordt heen en weer geslingerd tussen Zijn lot aanvaarden en willen ontvluchten. Hij kent onze angst, uit eigen ervaring. Hij lijdt met ons mee. Hij IS niet wereldvreemd, ver boven onze alledaagse werkelijkheid verheven.
Lijden, hier nota bene als DE zin van je leven. Wat een afschuwelijke beproeving! Wat een onmenselijk zwaar lot! Jezus moet wel heel diep gaan, net als medemensen die voortdurend blootstaan aan angsten, zich vaak onbegrepen voelen, wat het lijden en de eenzaamheid alleen maar erger maken. Voor de zoveelste keer is Jezus een onbegrepen eenling, een diep eenzame uitzondering, een zonderling, in de ogen van velen. En dat allemaal dankzij God, die men liefde noemt… Wat is dit voor onbegrijpelijk drama? Wie trekt er in deze tragedie aan de touwtjes? God? Of is er geen plot? Gebeurt dit alles zomaar? Is deze lijdensweg een toevallige samenloop van aan elke controle ontsnapte omstandigheden? Wie het kan doorgronden, wie het weet, mag het zeggen.
Jezus weet van tevoren wat Hem allemaal aan ellende te wachten staat. Is zoveel afschuwelijk vooruit weten wel draaglijk? Gaat dat de draagkracht van een mens niet te boven? Stel dat wij zouden weten welke ziektes ons boven het hoofd hangen? Op grond van ons DNA. De verzekering zou het graag willen weten. Maar wij??? Moet een mens ALLES weten of gaat dat onze draagkracht verre te boven? Wij hebben al zo’n moeite met het verwerken van pijn en lijden, laat staan als je weet dat het er aan zit te komen.
Wat Hem gaat overkomen probeert Jezus enigszins onder woorden te brengen met behulp van een gelijkenis: ditmaal is dat de gelijkenis van de graankorrel. Maar zijn Zijn lijden en sterven wel in woorden en beelden te vatten? Wij horen dat alleen een stervende graankorrel veel vrucht kan dragen. Een graankorrel die aan het leven vasthoudt draagt merkwaardigerwijs niet veel vrucht. Wie zijn leven koste wat het kost wil behouden, zal het juist verliezen (Lukas 9:24). Je opofferen voor anderen, dat om de ellende te verbloemen altijd met te veel retoriek wordt omgeven, is alleen in dit ene geval niet zinloos. Wie het kan doorgronden wat hiervan de zin is, van dit lijden en sterven, mag het zeggen. Zo eenvoudig valt dit blijkbaar niet te doorgronden, want ook de evangelisten en apostelen nemen hun toevlucht tot verschillende denkbeelden en interpretaties. Een lijdensweg is immers niet eenduidig, altijd weer alleen maar aangrijpend. Eén ding is duidelijk: het gaat hier om ONS heil. Johannes verwoordt dat met: ‘Ik zal allen tot mij trekken’. Jezus trekt iedereen aan, allerlei slag mensen, zondaars en bedelaars, mensen waar wij op neerkijken, niet uitgezonderd. Van Jezus gaat een enorme aantrekkingskracht uit, eeuwenlang. Wie doet het Hem na? Ons leven verloopt via de aantrekkingskracht van het kruis, van waaraf Jezus in Johannes’ ogen als een koning regeert, de Koning der koningen die ons verhoogt, naar goddelijke hoogten leidt.
De weg van de dienstknecht, de weg van het zaad, is de enige weg die naar goddelijke hoogten, naar majesteit leidt, bestaande verhoudingen omkeert, laatsten tot eersten maakt en omgekeerd. Hier wordt straks iemand tot laatste gemaakt, voor de zoveelste keer door een menigte die door het dolle heen is. Wij hebben er niets van geleerd. Elke redelijkheid ontbreekt. Jezus’ populariteit is blijkbaar gauw vergeten en verkeerd in het tegendeel. Lopen mensen dan altijd weer alleen maar over goede medemensen heen in plaats van hen te waarderen? Treft het kwaad dan altijd alleen maar ingoede mensen, terwijl de echte kwade pieren hun straf ontlopen? Waar is onderweg naar Golgotha sprake van gerechtigheid?
Ondanks allerlei beelden en vergelijkingen blijft de lijdensweg van de Heer voor ons een ondoorgrondelijk raadsel. Had dat nu niet anders gekund? Maar wat zouden wij zijn zonder duizenden stervende graankorrels? Hoe lang zouden wij dan nog leven? De stervende graankorrel is een onmisbare voedingsbodem, de basis van ons leven. De lijdende en stervende Heer is de dragende grond van ons bestaan. In Zijn kruis komen hemel en aarde samen, is elke afstand en vervreemding overbrugd, worden God en mens één. In Zijn schandelijke dood openbaart zich Gods majesteit, als een narrenkoning die regeert vanaf een kruis. Over dienstbaarheid gesproken. Uitgerekend via Zijn dood wordt de Zoon tot goddelijke majesteit verheven. Hoe is het mogelijk? Spreken wordt hier stamelen. Overdenken wordt hier niet tot doorgronden, maar blijft halverwege steken. Niet voor niets komt deze beeldspraak van de graankorrel uitgerekend aan de orde in een vaak onbegrijpelijk evangelie vol symboliek om ons het mysterie van sterven, dood en opstanding enigszins te onthullen. We staan er bij en kijken er, net als Maria en Johannes, machteloos naar. Wij zien het, maar doorgronden ’t niet (Psalm 118:8). Machteloos, niet begrijpend wat hier gebeurt, niet begrijpend waarom dit zo moest gebeuren. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, vooral op Golgotha. Amen.