Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

23 januari 2022

Gemeente van Jezus Christus, lieve mensen hier in de kerk en thuis,
We hebben een verhaal gelezen over Jezus die zijn eerste leerlingen om zich heen verzamelt. Zoals wel vaker het geval is, vertelt de evangelist Johannes hierbij zijn hele eigen verhaal. Bij Johannes zien we geen Jezus die actief is en het initiatief neemt om mensen te vragen. Nee, het lijken wel allemaal toevallige ontmoetingen te zijn. Jezus ontvangt zijn leerlingen in plaats van dat hij ze actief werft. Alsof er een kracht aan het werk is die deze mensen op zijn weg brengt.
Zo ervaart Jezus dat zelf wel. Een heel stuk verder in het evangelie, als hij bijna gearresteerd wordt, bidt Jezus voor zijn leerlingen. Hij zegt dan: ‘Vader, U hebt zelf mijn leerlingen uitgekozen. Aan hen heb ik laten zien wie U echt bent en zij hebben uw boodschap aangenomen.’ Hoe mooi is het om te merken dat Jezus heel zorgvuldig omgaat met de mensen die God hem heeft toevertrouwd. Ze zijn geen vanzelfsprekendheid, maar een cadeau dat ook verantwoordelijkheid met zich meebrengt.
Dat zien we al in het verhaal zelf. Elke ontmoeting is weer anders. In plaats van strak de regie te pakken laat Jezus verrassend veel ruimte aan de mensen. Vanaf het begin zijn zíj het die vertellen over hoe bijzonder Jezus is. Ze zijn zo enthousiast dat ze niet anders kunnen dan hun ervaringen met anderen te delen.
Bij de eerste scène is het Johannes de Doper die het initiatief neemt. De dag ervoor heeft hij verteld over de doop van Jezus en hoe hij gezien heeft dat de Heilige Geest op Jezus neerdaalde. Johannes eindigde met de belijdenis dat hij gelooft dat Jezus de Zoon van God is. Nu ziet hij Jezus opnieuw lopen en hij zegt: ‘Daar is het lam van God’. Zijn twee leerlingen die bij hem staan worden hier zo door geraakt dat zij besluiten om Jezus te volgen. Johannes de Doper laat ze gaan. Hij heeft het voorbereidende werk gedaan. Zijn leerlingen worden de eerste twee leerlingen van deze nieuwe rabbi.
En Jezus? Die ziet deze twee mensen. Hij ziet een verlangen in hen branden en nodigt ze uit om dat verlangen uit te spreken. ‘Wat zoeken jullie?’, vraagt hij ze. Het zijn de allereerste woorden die Jezus uitspreekt in het evangelie van Johannes. Het zijn veelzeggende woorden. Zij hele leven lang kunnen zoekende mensen bij Jezus terecht. Hij ziet het verlangen, luistert naar hun vragen en twijfels. Jezus neemt ze mee op zijn weg.
Deze twee leerlingen willen zien waar Jezus verblijft op dat moment. Dat is immers de plek waar rabbi’s, leraren, in die tijd gingen vertellen. In de huiskamer, met hun leerlingen om zich heen, deelden ze hun wijsheid, stelden ze vragen en gingen ze het gesprek aan. Daar willen deze twee leerlingen van Johannes zijn en Jezus neemt ze mee. Hij biedt een thuis aan deze zoekende mensen die ernaar verlangen meer te begrijpen over God en het leven.
Dan schuift de aandacht naar de tweede scène. Een van de twee leerlingen blijkt Andreas te zijn. Hij heeft een broer die Simon heet. Zodra hij zijn broer ziet zegt hij: ‘we hebben de Messias gevonden!’. Hij sleept Simon mee naar Jezus.
En Jezus? Die ziet Simon en ziet wie hij zal worden. Simon wordt Petrus. Een rots voor de beweging van Jezus na zijn dood. We lezen niet eens Petrus zijn reactie, maar het zien van Jezus en de woorden die hij spreekt zijn genoeg voor Petrus om net als zijn broer Andreas deze meester te gaan volgen.
De derde scène doorbreekt het patroon, want hier is het Jezus die actie onderneemt. Hij wil naar Galilea gaan en hij zoekt Filippus op. Net zoals Andreas de dag ervoor zijn broer Simon Petrus opzoekt. Kent Jezus Filuppus dan al? Waarom heeft Jezus hem nodig? Allemaal details die Johannes niet vertelt. Kennelijk zijn ze niet belangrijk voor het verhaal.
Als Jezus Filippus gevonden heeft zegt hij: ‘Volg mij’. Van de vijf leerlingen die we vandaag ontmoeten, is Filippus de enige die deze uitnodiging van Jezus krijgt.
Interessant is het vervolg van deze ontmoeting. Na de uitnodiging van Jezus zoekt Filippus op zijn beurt Natanaël op. Net als Johannes de Doper en Andreas geeft hij in zijn eigen woorden weer wat hij in Jezus ziet. Jezus is voor Filippus de man over wie Mozes en de profeten hebben gesproken. De vervulling van de belofte dat God zijn mensen niet in de steek laat.
Natanaël is wel goed, maar niet gek. Hij is nog niet gelijk overtuigd. Daarom nodigt Filippus hem uit om mee te komen en zelf Jezus te ontmoeten. Zo wordt Natanaël bij Jezus gebracht.
En Jezus? Die laat weten dat hij Natanaël gezien heeft, zittend onder de vijgenboom. Dat hij weet dat Natanaël een goede Jood is die als een eerlijk mens met Gods wet wil leven. Door deze woorden van Jezus voelt Natanaël zich zo gekend dat hij tot zijn eigen belijdenis komt: ‘U bent de Zoon van God, de koning van Israël’.
Zo ontvangt Jezus zijn eerst vijf leerlingen. Op heel verschillende wijze komen ze op zijn weg. In de meeste gevallen doordat vol enthousiasme gingen vertellen over wat zij in Jezus zagen. Allemaal zien ze een andere kant van Jezus en allemaal hebben ze gelijk. En Jezus? Het belangrijkste wat hij doet is deze mensen zien en ontvangen. Hij heeft oog voor hen allemaal en waardeert ze, zo verschillend als ze zijn.
Het deed mij denken aan een bos gemengde bloemen. Ik heb er speciaal voor vandaag een meegenomen. We zien allemaal verschillen in kleur en grootte. Van een rode roos, tot een distel en een roze chrysant of gerbera. We weten ook dat de ene bloem sterker is dan de andere. Dat maakt niet uit, want samen vormen ze deze mooie bos bloemen.
De eerste leerlingen van Jezus waren net zo verschillend als deze bloemen. Ze hadden allemaal net iets anders nodig van Jezus om tot bloei te komen. Jezus wist dat en zag dat. Hij gaf hun wat zij nodig hadden om vanaf het allereerste begin de wereld te vertellen over Gods goede boodschap. Jezus had hen allemaal nodig om de wereld te bereiken. Juist met hun diverse talenten en omdat ze allemaal net een andere kant van Jezus zagen. Zonder hen had Jezus niet gekund.
Dat is gebleven. Want nog steeds bestaat de groep van Jezus leerlingen uit hele diverse mensen. Zeker als je naar het christendom wereldwijd kijkt. Een christelijke kerk in bijvoorbeeld Ghana is heel anders, als een mega-kerk in Azië of een protestantse kerk in West-Europa. Toch volgen we samen die ene Jezus, gaan we allemaal achter hem aan.
Maar ook in het klein, in onze eigen gemeenschap zien we hoe divers we zijn. Iedereen is anders en heeft andere talenten. De een is bij wijze van spreken een roos en de ander een gerbera. We kunnen allemaal iets anders en er is voor ons allemaal een andere plek waar we tot ons recht komen. Al is de werkelijkheid soms anders, in de beweging van Jezus is iedereen welkom én nodig.
Vandaag mogen we vieren dat Max en Clara hun talenten voor onze gemeente in willen zetten. Zij durven het aan om net als Andreas en Filippus zo lang geleden te zeggen: ik vind dit belangrijk ik doe mee, jij ook? Daar zijn we ontzettend blij mee en ik zie er naar uit met hen samen te werken. Maar jullie zijn ook de gemeente. Hier in de kerk en thuis. Ook als doof gemeentelid die soms misschien niet goed weet waar je kerkelijke thuis is.
Wij vormen allemaal zo’n prachtige bloem die Jezus ziet en waar hij van kan genieten. Wij zijn op zijn weg gebracht en Jezus wil ons allemaal ontvangen als zijn leerling. Hij biedt een thuis aan zoekende mensen. Hij weet wat elke bloem nodig heeft om te kunnen groeien en tot bloei te komen. Durf jij het aan om zijn leerling te zijn en met hem mee te gaan? Durf je het aan om te bloeien voor Jezus en namens hem voor al die andere mensen die op jouw weg komen?
Amen