Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

27 februari 2022

Gemeente van Jezus Christus,
In onze keuken staat dit koffiekopje, met de tekst: de kunst is zo te leven dat het je overkomt.
Misschien herkennen sommigen deze zin uit een gedicht van Martin Bril. Het gaat zo:
Wat we willen:
Momenten
Van helderheid
Of beter nog: van grote
Klaarheid
Schaars zijn die momenten
En ook nog goed verborgen
Zoeken heeft dus
Nauwelijks zin, maar
Vinden wel
De kunst is zo te leven
Dat het je overkomt
Die klaarheid, af en toe.
Zo’n moment van helderheid, van klaarheid, waarop alles even helemaal duidelijk is en klopt, zo’n moment beleven Petrus, Jakobus en Johannes als ze met Jezus boven op de berg zijn.
Ik zal meteen maar eerlijk zijn, deze evangelielezing stond niet op het rooster voor vandaag. In de chaos van het opstarten na mijn verlof had ik op een Amerikaans leesrooster gekeken in plaats van het rooster dat wij gebruiken. Frits Heil was zo scherp om me daar nog wel op te wijzen, maar toen was het al te laat, de lezing was al gaan borrelen in mijn hoofd.
Vandaag staan we, liturgisch gezien, op de grens van Epifanie naar de Veertigdagentijd. Van de tijd van openbaring van wie God is en hoe Hij verschijnt, naar de tijd waarin we toe gaan leven naar het lijden en sterven van Jezus.
En op de grens van deze twee perioden wordt in veel kerken wereldwijd het feest van de transfiguratie gevierd, zoals de gedaanteverandering van Jezus in dit evangelie genoemd wordt.
Wij kennen dit niet zozeer als feest omdat Calvijn dit feest, en ook andere feesten heeft afgeschaft tijdens de Reformatie.
Maar door het een feest te noemen krijgt het verhaal een bijzondere laag. En daarom wilde ik het feest maar door laten gaan.
Het is tenslotte ook feestelijk, zoals wij hier weer samen kunnen zijn.
Op de grens van epifanie en de veertigdagentijd is het feest vandaag.
Daar op de berg gebeurt iets heel bijzonders. Jezus had net daarvoor zijn leerlingen verteld waarom hij op aarde was en wat er met hem zou gaan gebeuren, dat de mensenzoon veel zou moeten lijden en zelfs ter dood gebracht zou worden. Maar ook dat hij op de derde dag weer uit de dood zou opstaan. En dat was niet alles, ook degenen die hem wilden volgen zouden hun leven verliezen, maar het daardoor ook weer juist behouden.
Dat was nogal wat om allemaal te horen te krijgen voor de leerlingen. Je kunt je goed voorstellen dat het een chaos was in hun hoofd.
Dan neemt Jezus drie van zijn twaalf leerlingen mee de berg op.
En daar voltrekt zich een grote klaarheid, want Jezus wordt, terwijl hij aan het bidden is, omgeven door een wit en helder licht.
Hij ontmoet op die berg Mozes en Elia,
De twee bijbelse figuren die zelf ook een ontmoeting met God op de berg hadden gehad.
Zij praten met Jezus over wat er zou gaan gebeuren, staat er.
En het ontroerde me, Jezus in gesprek met Mozes en Elia, over zijn naderende levenseinde. Letterlijk staat er: exodus. Meer dan een einde, het is een uittocht tot bevrijding.
Een uittocht die niet zonder strijd zou zijn. Zoals bijna geen enkele bevrijding zonder strijd tot stand komt.
Wat een grote steun voor Jezus dat Mozes en Elia daar waren, want ondertussen waren zijn aardse vrienden in slaap gevallen.
Maar als ze wakker worden is Petrus zich meteen bewust van het bijzondere wat hij mag aanschouwen:
De verzekering dat ze met Jezus op een bijzondere weg zijn. Door de exodus tot bevrijding, de hele heilsgeschiedenis voor ogen. Hij aanschouwt met eigen ogen dat Jezus de Christus is.
Het is feest vandaag, want we krijgen de verzekering dat het leven van Jezus staat in de lijn van Mozes en Elia: in de lijn van Gods bevrijding van mensen. Dat wat Jezus staat te wachten, zijn lijden en sterven, is niet zonder de verzekering van de glans van vandaag.
De hemelse glans zal weg lijken te gaan in de komende weken, maar nooit echt weg zijn.
En Petrus blijft veel liever op de berg bij die feestelijke glans dan dat hij terug moet de berg af, waar het drama zich zal gaan voltrekken.
Waar zal blijken dat ook deze exodus geen gemakkelijke weg is, maar een weg van strijd en lijden, van volharding.
Petrus wil daar blijven, op de berg, daar waar het even goed is, zoals het is. Waar het moment van grote klaarheid inzicht en troost biedt te midden van alle verwarring van de situatie, die er ook is.
Hij blijft liever dit glorieuze beeld voor ogen zien dan te beginnen aan de weg van Jezus van lijden en afzien.
Het moment van helderheid en klaarheid, door Martin Bril zo mooi omschreven als een verlangen, herkennen wij denk ik ook wel.
In het gewone dagelijkse leven, waarin soms zoveel op ons af kan komen dat we verlangen naar even ontsnappen uit de chaos. Waarin we helderheid willen, een teken van God. Dat Hij er is, en wij niet alleen zijn.
De chaos van een ingewikkelde keuze, de chaos van een druk leven, de chaos van ons gevoelsleven, een ruzie, verdriet, pijn, of oorlog, of wat ons dan ook maar kan bezig houden.
Op mijn verjaardag vorige week kreeg ik van mijn zus het boek Kunst aan de kant van Ursus Werhli. Ursus Wehrli is een Zwitserse kunstenaar en comedian en hij doet aan wat hij noemt het opruimen van kunst.
Kunstwerken ordent hij, misschien heb je weleens iets van zijn kunst voorbij zien komen.
Ik waarschuw vast, voor de ware kunstliefhebber doet het misschien pijn aan de ogen. Vergeet niet dat deze man vooral een comedian is.
Zijn werk wordt als volgt omschreven: ‘Het leven is een chaos. Gelukkig ruimt Ursus Wehrli het op.’
Het begon voor hem met dit schilderij:

Je ziet hier Ursus Wehrli met links van hem de originele afbeelding van Donald Baechler. Ursus Wehrli dacht, ik moet die man helpen met de chaos van de blokjes en stapelde ze voor hem op, dat zie je rechts.
En dat smaakte naar meer.
Hier komen wat van zijn creaties voor bij.
Dit schilderij van de Duits-Zwitserse Paul Klee:

En dit is wat Wehrli ervan maakt:

En dichter bij huis. Het dorsplein van Breugel:
En nadat Wehrli opgeruimd heeft:

En nog dichterbij huis.
De slaapkamer van van Gogh:

En nadat Wehrli de slaapkamer heeft opgeruimd:

Ja, dit is met een knipoog. Maar volgens mij raakt hij toch aan een diep verlangen in ons naar klaarheid en helderheid, net als Martin Bril dat verlangen aanraakt.
En net als Petrus die het moment van openbaring en allergrootste klaarheid wil vasthouden door een tent op te slaan.
En toch, en toch.
Het echte leven begint niet pas als wij het begrijpen.
Of als we uitgeslapen zijn.
Als we ons verdriet verwerkt hebben.
Als we echt begrijpen hoe het zit.
Als we uit de tropenjaren zijn.
Als we gelukkig zijn.
Als we een speciale godservaring a la Petrus hebben gehad.
Als ons gebed verhoord is.
Als de oorlog over is…
Als.. als.. als..
Het echte leven is nu.
Het is de onopgeruimde kamer, het is het chaotische dorpsplein. Het is de wirwar van gedachten. Het is te midden van de twijfels. Van de godverlatenheid. Van de rouw. Van de eenzaamheid.
In dat echte leven worden wij geroepen en gezonden.
Drie van de discipelen waren bij de bijzondere ervaring boven op de berg. Zij volgden Jezus.
Maar vergeet niet, negen van de discipelen waren er niet bij, en volgden Jezus ook. Zonder die ene ervaring, nog midden in de chaos van wat Jezus ze net verteld had.
In de brief van Petrus, een klein bijbelboek achterin de bijbel, noemt Petrus deze ervaring op de berg nogmaals. In 2 Petrus schrijft hij: Toen we met Jezus op de heilige berg waren, hebben we met eigen ogen zijn grootheid gezien en de stem uit de hemel hebben we zelf gehoord. Houd uw aandacht er altijd op gericht als op een lamp die licht geeft in het donker.
Houd uw aandacht op dit evangelie gericht als een lamp die licht geeft in het donker. Ik las ergens: neem het evangelie van de verheerlijking mee als een mooie steen die licht geeft, steeds als u hem even tevoorschijn haalt. En dat is misschien wel een mooi idee nu wij op de drempel staan van de veertigdagentijd en in een wereld leven waarin oorlog opeens zo dichtbij is, waarin we dat steuntje misschien wel nodig kunnen hebben.
Middenin het leven van Jezus licht de opstanding al op. Jezus moet de tijd van lijden nog helemaal doormaken, maar zijn verschijning in het wit boven op de berg aan Petrus, Johannes en Jakobus wijst al wel vooruit. Het verzekert zijn discipelen dat de weg die Jezus moet gaan de weg van God is.
“Dit is mijn geliefde zoon” klinkt er uit de hemel.
Die herinnering hield Petrus vast, als een steen die oplicht als je hem tevoorschijn haalt.
Nog even over de kunst om zo te leven dat het je overkomt.
In dit verhaal wordt die kunst benoemd. Het is het gebed.
Terwijl Jezus aan het bidden komt de glans over hem heen.
Gebed is het moment waarop wij in contact komen met God, en je weet nooit wat er dan kan gebeuren.
Het is het opheffen van je ogen naar de bergen om daar je hulp vandaan te verwachten.
Waar komt mijn hulp vandaan? Van God.
Boven op de berg is God te vinden, midden in het echte leven is God te vinden.
Op bergen en in dalen, ja overal is God.
Amen.