28 juni 2015
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Het is vakantietijd: er zijn vakantiegangers onderweg of al weer terug, anderen staan in de startblokken om te vertrekken, en weer anderen zien met lede ogen aan hoe het stiller wordt in Weesp. En ook: een aanzienlijk percentage van de Nederlandse bevolking gaat niet eens op reis, vanwege financiële problemen.
Dit weerhield ons, de redactie van Woord & Dienst, een opiniemagazine voor Protestants Nederland, niet om een zomernummer te maken rond het thema ‘de reis van je leven’. Waarom gaan we op reis? Voor nieuwe vergezichten, om uit te rusten en bij te tanken, om iets te doen wat je thuis niet doet, voor je werk wellicht. Of als pelgrimsreis, om boete te doen, om een nieuwe fase van je leven in te gaan? Er zijn talloze overwegingen te bedenken waarom een mens op reis gaat.
De socioloog Herman Vuijsje vertelt in het themanummer over zijn pelgrimage, niet náár Santiago, maar van Santiago de Compostella terug naar Amsterdam. Hij vertelt dit:
In de kloosterkerk van Roncesvalles wordt dagelijks een mis opgedragen voor de pelgrims
waarbij zij ook de zegen kunnen krijgen. Eén pater hield bij hoeveel pelgrims langskwamen
en turfde hun motieven. Ik gaf aan dat mijn beweegredenen journalistiek en spiritueel waren. Daar was toen, in 1989, geen hokje voor, dus dat werd er los naast geschreven. Religieus en cultureel kon wel. Spiritueel betekende dat je je bezighield met vragen over het leven, maar zonder dat je ergens in gelooft. Ik kreeg de zegen niet. Ik was een peregrino al contrario, een omkeerde pelgrim, zo zei die pater. Naderhand kreeg ‘spiritueel’ wel een eigen hokje.
‘De reis van je leven’ is dubbelzinnig op te vatten, en zo hebben we het als redactie ook bedoeld. ‘De reis van je leven’ kan verwijzen naar een buitengewone bestemming, zeg maar een reis met een ‘wow-ervaring. ‘De reis van je leven’ verwijst ook naar je levensreis. De onderdelen die bij een reis horen, van vertrek en reisgenoten, tegenwind en veilige haven,
overtollige ballast, voor anker gaan, wijze raad, voeding, een engel op je pad en uiteindelijk de gehoopte aankomst, deze onderdelen horen allemaal bij het leven. En dan krijgt zo’n levensreis wellicht ook een ‘wow-ervaring’ met zowel positieve als moeilijke, negatieve gebeurtenissen.
De kinderen die vandaag overvliegen – Jakob en Margreet – hebben hiermee een volgende stap op hun levensreis gezet, iets verder van hun ouders vandaan, stap voor stap op eigen benen staan. U heeft het zojuist meegemaakt. Ze gaan als gezegende mensen hun volgende levensfase in. Niets en niemand kan garanderen dat aan hen niets ergs zal gebeuren
– al zou je hen er voor willen behoeden – dat is nu eenmaal onmogelijk.
Eén ding is wel zeker: ze gaan als gezegende mensen verder op hun reis van je leven.
Als ik aan reizen in de Bijbel denk, kom ik al snel uit bij Paulus. De apostel Paulus is een zeer reislustig type. We spreken over de drie zendingsreizen van Paulus en zijn laatste reis naar Rome. Onderweg maakt hij van alles mee, ontmoet hij verschillende mensen, en is hij vurig en begeesterd bezig het evangelie van Jezus Christus te verkondigen. Als hij niet fysiek ter plaatse kan zijn, of als er zich acuut iets voordoet waarover Paulus zijn mening wil geven
of zijn advies gevraagd wordt, schrijft hij brieven. Een aantal brieven is in de Bijbel terecht gekomen.
We hebben twee gedeelten uit het boek Handelingen gehoord. Paulus is daarin net begonnen met zijn 3e zendingsreis. Hij start in Antiochie terwijl hij op reis gaat, komt er elders, in Efeze, Apollos in beeld. Apollos is afkomstig uit Alexandrie, een havenstad in Egypte. De Middellandse Zee werd ook in die dagen al vele malen overgestoken. Alexandrie is een stad met een grote joodse kolonie en zeer waarschijnlijk ook een christelijke gemeente. Apollos is welbespraakt en geleerd, en goed ingevoerd in het Oude Testament.
Hij is alleen bekend met de doop die Johannes de Doper deed: dopen als bekering en boetedoening en daar vertelt hij hartstochtelijk over in de synagoge. Er is sprake van een missing link – ontbrekende informatie – als het gaat om de doop in de naam van Jezus
en Priscilla en Aquila praten hem bij.
Wie gedoopt is in de naam van Jezus Christus komt in de invloedssfeer van de heilige Geest. Dat gaat Apollos na zijn lessen van Priscilla en Aquila goed af. Hij krijgt een aanbevelingsbrief mee voor zijn volgende bestemming, waar hij ook een grote steun is voor de christenen. Het breekpunt tussen joden en christenen, tot op de dag van vandaag, wordt in een paar woorden duidelijk gemaakt: Jezus is de messias.
Daar staat Apollos voor! Zijn boodschap is helder. Door zijn boodschap is hij begeesterd, in de invloedssfeer van Gods geest gekomen, daarvan wil hij vertellen, daar blijft hij trouw aan.
In het 2e gedeelte gaat het over Paulus zelf. Hij vervolgt zijn reis langs de Griekse eilanden
te beginnen bij Kos om te eindigen via Tyrus in Libanon, in Caesarea, het huidige Israel. Onderweg wordt Paulus verschillende keren gewaarschuwd vooral niet naar Jeruzalem terug te gaan. Het conflict heeft z’n hoogtepunt bereikt. Degenen die dit tegen hem zeggen, zeggen dit geïnspireerd door de Geest, staat er. De christenen van Tyrus hebben het goede met Paulus voor! De waarschuwingen weerhouden Paulus er echter niet van door te reizen.
In Caesarea, in het huis van de wijze Filippus en zijn vier ongehuwde dochters met profetische gaven treedt een profeet uit Judea op: Agabus. Ook hij waarschuwt Paulus met aanschouwelijk onderwijs. Paulus wordt gebonden met zijn eigen gordel door Agabus. Agabus voert een aantal rituele handelingen uit die doen denken aan verrichtingen van de oudtestamentische profeten. Agabus zegt niet dat Paulus niet naar Jeruzalem moet gaan.
Hij vertelt wel, hij geeft door wat de heilige Geest hem ten aanzien van Paulus’ toekomst te kennen heeft gegeven, namelijk dat hij in Jeruzalem gebonden zal worden, gevangen genomen. De omstanders vermoeden dat Paulus zijn lot nog kan ontlopen door vooral niet naar Jeruzalem te gaan.
Paulus is geroerd door de zorg van de medegelovigen. Hij zegt echter er klaar voor te zijn: niet alleen om gevangen genomen te worden, maar zelfs om in Jeruzalem te sterven omwille van de naam van de Heer Jezus Christus. De woorden die de schrijver Lucas gebruikt,
doen denken aan de aankondigingen van het lijden van Jezus. Paulus heeft na zijn roeping in Damascus om het evangelie te verkondigen zijn leven in die dienst gesteld. Hij is ervan overtuigd van een door God bepaald ‘moeten’ dat zijn leven leidt. Paulus weet zich in dienst te staan van die Heer, die zijn lijden in de hof van Getsemané als wil van God aanvaard heeft. Paulus volgt Jezus in alles, met zijn gehele leven.
Apollos en Paulus gaan op weg, als geroepen mensen, in het vertrouwen op de God die hen geroepen heeft, met een bepaalde opdracht: het evangelie van Jezus te verkondigen.
Wat hebben Apollos en Paulus ons vandaag de dag te zeggen. Wij die de koffers gepakt hebben staan, op zoek naar nieuwe ervaringen en inspirerende vergezichten? Wij die kinderen hebben die overvliegen naar een nieuwe volgende levensfase. Wij die niet meer tot in de finesses kunnen meevoelen over de splijtzwam tussen jodendom en christendom, de rol van Jezus, en wat dit betekent in het persoonlijke leven van mensen.
Ik denk dat de verhalen over Apollos en Paulus ons twee dingen te zeggen hebben: trouw en zegen.
Beiden, zowel Apollos als Paulus, zijn trouw aan hun roeping. Geroepen om, in hun geval, het evangelie te verkondigen. Daar blijven ze trouw aan. Ze rennen niet weg, en ze stoppen er ook niet mee, als hun roeping hen op wegen brengt die niet leuk zijn. Hun trouw roept bij mij eerbied en respect op – zou ik dat ook kunnen? Zou ik dat willen? En tegelijkertijd verlang ik er ook naar: trouw en betrokkenheid bij deze gemeente, die we met elkaar dragen, maar waar er nu toch wel erg weinig schouders overblijven. Op weg gaan als gemeente is niet zo eenvoudig.
Als 2e de zegen: dat kan letterlijk een handoplegging zijn. Het kan ook zijn, zoals bij Apollos, in de vorm van een aanbevelingsbrief. Ontvang deze gezegende in Gods naam. Paulus en Apollos gaan omdat zij zich geroepen weten, èn omdat zij zich gezegend weten. Zo gezegend gaan zij op weg, hoe die weg ook gaat.
Met deze inspirerende voorbeelden kunnen we ook op weg gaan, zoekend naar onze roeping, tastend naar onze bestemming, maar hoe dan ook als gezegende mensen.
Amen