5 april 2015, Pasen
Gemeente van Jezus Christus,
Vorige week zag ik de film SELMA
en sindsdien hebben de beelden me niet meer losgelaten.
De film gaat over Martin Luther King en
de protestmarsen die hij leidde
vanuit het stadje Selma in 1965.
Een jaar daarvoor was in Amerika de rassenscheiding afgeschaft,
maar daarmee was het racisme natuurlijk niet weg.
In veel staten werden de rechten nog ernstig geschonden.
En de protestmarsen in Selma werden
gehouden om op te komen voor het recht om te stemmen.
De eerste poging, waarbij deelnemers van de mars werden opgewacht door
de blanke officials en politie aan de rand van de stad,
werd zo bloederig afgestraft dat ik in de bioscoop moeite had
om te blijven kijken.
Natuurlijk het was een film, het waren beelden.
Maar het had zich wel degelijk afgespeeld, daar.
Ik voelde me een voyeur van al dat leed
dat zich nog maar zo kort, 50 jaar, geleden afspeelde.
Tegelijkertijd kon ik niet níet kijken.
Ik moest kijken!
En dus leefde ik mee met de mensen, de betogers, de slachtoffers,
zij die het niet overleefden,
en huilde van ontroering bij het beeld van de tweede poging op de brug.
(beeld uit de film Selma)
De stoet van (uiteindelijk) blank en zwart, die na die eerste bloederige mars
opnieuw waren gekomen.
Een groeiende, niet meer tegen te houden, beweging van mensen die
daar samen wilden zijn.
Waarom vertel ik u dit op paasochtend?
Waarom vertel ik u dit op de ochtend waarop
we lazen dat de engelen zeiden tegen de vrouwen die jezus zo misten:
hij is hier niet, wees niet bang, hij is opgestaan.
Een tijdje geleden sprak ik met enkele jongeren over Pasen.
Pasen, dat ingewikkelde feest, en opstanding, dat moeilijke woord.
Waar denken jullie aan bij het woord Opstanding? Vroeg ik ze.
Ze bleven een tijdje stil.
Een jongen zei: ik zie mensen opstaan.
Ik dacht, ja logisch opstanding/ opstaan. Maar ik dacht, rustig marije, eerst eens verder vragen.
Dus ik vroeg: wat bedoel je precies? Wat zie je?
Hij zei: ik zie heel veel mensen. Opstaan in een rij.
Een soort staking, snap je.
Ik zei ja, verdween in gedachten en
daarna raakte het antwoord een beetje op de achtergrond.
Totdat ik de film zag,
en plotseling weer aan dat antwoord moest denken,
en die rijen zag: rijen vol moedige mensen die opstonden
in het plaatsje Selma.
Opstaan is een statement.
Als je opstaat zeg je: dit niet meer.
Je zegt: het laatste woord is nog niet gesproken.
Je zegt: en toch geloof ik.
Ik geloof dat mensen uiteindelijk weten
en voelen wat waar is, en wat goed is.
Alleen is het soms diep weggezakt. Diep onder het slijk van de angst.
Begrijp me goed, angst hoort bij ons als mensen.
Het heeft te maken met overleven. Het wijst ons op dreigingen die er zijn.
Maar angst maakt dat we soms rare dingen doen.
Zoals, als we ons onveilig voelen door iets,
uithalen naar juist diegene die ons het meest lief zijn,
of grappen maken of ronduit veroordelend spreken over zaken die iets in ons losmaken, zoals homoseksualiteit of feminisme.
Zolang angst niet wordt herkend of erkend, kan het groeien.
Op de basis van angst kunnen dingen worden gebouwd.
Hele kastelen, met verdedigingswerken,
binnenin jezelf.
Ik zag het terug in die film over Selma van 50 jaar geleden,
in de haat waarmee de protestmarsen de kop werden ingedrukt.
en ik zie het in de wereld van nu:
in het schreeuwen van “Minder, minder Marokkanen”,
in de nietsontziende slachtpartijen van de IS,
maar ook dichter bij huis in het soms genadeloze commentaar
dat mensen kunnen hebben op de levens van anderen.
Angst leeft in ons allemaal.
Angst klonk ook in het gebed dat Jezus bad op zijn laatste avond:
God, moet ik dit echt doorstaan?
Moed is daarom niet de afwezigheid van angst,
maar het stug doorgaan en doorgraven naar liefde.
Met zijn leven liet Jezus zien wat mogelijk is:
een weg te kiezen die naar vrijheid leidt.
Een vrijheid die angst ziet voor wat het is
en kiest voor de liefde.
Zo liet hij zich uitnodigen bij corrupte mensen,
en ging met ze in gesprek,
hij liet zich zalven door een prostituee,
hij raapte aren met zijn leerlingen op de sabbat,
hij vergaf mensen van dingen die ze zichzelf niet konden vergeven.
En zag ze als nieuw, en zo konden zij ook opnieuw beginnen.
Deze liefdevolle vrijheid die Jezus voorleefde
en de radicale boodschap van vergeving
stootte tegen de bouwwerken die waren
opgericht op basis van de angst van de politieke en religieuze
machthebbers.
De bouwwerken van regels. De bouwwerken van controle.
En daarmee kwam hij te dichtbij.
En zij lieten hem ombrengen.
En hier zitten wij 2000 jaar later, en wij lezen
nog steeds dat verhaal.
De wereld is misschien niet eens zo heel veel veranderd.
Om ons heen, maar ook in onszelf is angst nog steeds een realiteit.
Ik voel hem ook.
Als iemand iets vervelends zegt, hup de verdedigingswerken omhoog,
Je verdedigt jezelf, en dat is niet meer dan logisch.
Angst hoort bij ons als mensen.
Ik las ooit ergens:
Dat wat waar is, voelt nooit vervelend.
Dat wat waar is, voelt licht.
Ik geloof dat.
Ik geloof dat, probeer het maar eens uit.
Iemand kan tegen je zeggen: jij, jij bent minder waard
omdat je niet dit of dat kunt, een andere religie hebt, een andere huidskleur,
een andere seksuele voorkeur.
En zo kun je dat ook in jezelf gaan voelen.
De angst spreekt, de verdedigingswerken gaan omhoog,
je voelt je rot.
Maar dat wat waar is, zou nooit pijn doen.
Dat wat niet waar is, voelt naar.
Het is niet waar.
Je bent wie je bent, en oneindig waardevol.
Dat wat waar is, is liefde.
En daar moeten we naar graven.
Ga niet langs de angst heen.
Zie de angst en zeg: ik heb je gezien. Ik begrijp het.
En zoek daarna naar het licht.
Die weg is er niet een die uitgeschreven staat,
we moeten hem elke keer weer opnieuw zoeken.
Vanochtend lazen we over opstanding.
Daar gaat Pasen over.
Het eindigde niet aan het kruis.
Angst zal er altijd zijn.
Maar het heeft niet het laatste woord.
Ik geloof het.
Ik voel het als ik naar die film kijk,
naar dit beeld van deze mensen, zij aan zij,
rij aan rij, lopend,
Zij stonden op.
Ik voel het als ik naar mijzelf kijk
en ik voel het nu als ik naar u allemaal kijk.
Dat we de mogelijkheid hebben,
altijd, om de vrijheid van liefde op te diepen,
die in ons allemaal zit.
En die te laten spreken, in plaats van de angst.
Jezus zal altijd gekruisigd worden,
maar hij staat op.
Hij is hier niet, zeiden de engelen: je moet hem niet meer hier zoeken,
in het graf, in het donker, in de wereld van voorbij.
Ga naar buiten.
Zoek niet in de angst.
Amen