Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

5 juli 2015

Epistellezing: 2 Korintiërs 12:1‐11

Steeds weer legt Paulus in zijn brieven al zijn kaarten op tafel. Hij speelt geen toneel, verstopt zich niet achter een masker, maar schetst een eerlijk, allesbehalve flatteus beeld van zichzelf. Zodoende weet men wie men voor zich heeft, met wat voor zendeling men in zee gaat: een man met een merkwaardige biografie, een leven waardoor een opvallende breuklijn loopt, een leven vol contrasten. Een idealist die geen moeite te veel is, een fanatieke, volhardende doorzetter, die echter zijn eigen zwakheden kent en die niet verhult. Enerzijds een onvermoeibare volhouder, anderzijds ook een kwetsbaar mens. Vooral een eerlijk man, die zich niet beter voordoet dan hij is. Aan de hand van dit objectieve beeld mogen zijn mensen zelf ontdekken wat men aan hem heeft, hoeveel men in hem ziet. Hoeveel hij waard is, hoeft men niet te beoordelen op grond van wat anderen over hem zeggen, maar kan men zelf beoordelen op grond van wat men van deze merkwaardige, intrigerende apostel hoort en ziet. Objectievere informatie bestaat niet.
Dit zelfportret kent geen dikdoenerij. Paulus komt dus niet in aanmerking voor een vette bonus. Al zou ook hij best hoog van zichzelf kunnen opgeven, hij heeft niets op met mensen die hoog van de toren blazen, maar niet meer dan gebakken lucht zijn. Zulke onbetrouwbare mensen zijn er al meer dan genoeg. Daarom gaat het Paulus, als een goede Jood, om gerechtigheid en betrouwbaarheid, niet om de luchtfietserij die hij uit de Griekse en Romeinse politieke wereld kent. Paulus is geen Alexander de Grote, geen Augustus, maar een zwak mannetje uit het stof verrezen, dat dankbaar leeft op de adem van Gods stem die Hem, net als Abram en Elia, geroepen heeft. Paulus weet wat genade is, hoezeer hij afhankelijk is van Gods goedheid en hulp. Arrogantie is hem daarom vreemd.
Een gedreven man met een roeping, met een verder onbekende handicap die hem lelijk parten speelt, maar hem niet hindert om indrukwekkend veel werk te verzetten. ‘Kracht wordt zichtbaar in zwakheid’. Dat is makkelijk gezegd, maar moeilijk te verdragen als je voortdurend kampt met pijn. Elke dag met pijn moeten leven is zwaar, ondoenlijk. Elke dag tegen beperkingen oplopen doet pijn. Je zou zo graag… Maar steeds weer loop je tegen je grenzen op, als tegen een muur. Dat is zo frustrerend.
Ondanks hun beperkingen kunnen aparte mensen als Paulus en Vincent van Gogh hun grenzen verleggen, zwakheid ombuigen in een geweldige scheppende kracht, die medemensen raakt, zelfs eeuwenlang. Wat is het geheim van hun werking, hun invloed? Je vol vertrouwen openstellen voor de nodige inspiratie en consequent volhouden. Geloven in het doel dat je wilt bereiken en ook bij tegenslag niet de moed opgeven, maar volhardend doorgaan, ook als uitstel afstel lijkt te worden. Dus nooit opgeven, maar vol vertrouwen durven leven uit de kracht die God je schenkt. Daar kom je verder mee dan je ooit gedacht had. Dat anderen dat NIET inzien, daar geen oog voor hebben, is HUN zwakte.
Er op vertrouwen dat God je bijstaat, voldoende kracht geeft, zorgt ervoor dat je je niet laat intimideren. Angst is immers een slechte raadgever. Alleen Godsvertrouwen geeft de vrijmoedigheid, de moed van het geloof en het nodige doorzettingsvermogen, precies wat je allemaal nodig hebt om God en je medemensen te kunnen dienen. Populariteit geeft dat alles beslist niet. Populariteitscijfers maken eerder overmoedig dan moedig en volhardend. Net als zijn grote inspirator, Jezus Christus, zit Paulus daarom niet op bijval te wachten. Betrouwbaar overkomen, je inleven in de situatie van anderen vindt Paulus in zijn streven om iedereen recht te doen veel belangrijker dan eigenwaan.
In plaats van applaus moet Paulus heel wat incasseren: beledigingen, nood, diepe ellende. Hij krijgt het niet bepaald cadeau! Je moet als dienaar van Christus tegen heel wat bestand zijn! Nee, Paulus heeft geen gemakkelijk leven gehad en toch kijkt hij daar niet verbitterd op terug. Het was lang niet eenvoudig om mensen voor Gods zaak te winnen.
Complimenten zijn zeldzaam en komen meestal te laat: de roem van Paulus en Vincent van Gogh komt pas als zij niet meer in ons midden zijn. Bitter, maar waar. Zelfs het leven van een schilder van formaat als Rembrandt gaat door diepe dalen. Tijdige erkenning komt zelden voor. Populariteit en verguizing liggen angstwekkend dichtbij elkaar. Net als Jezus en Socrates weet Paulus wat het is om ten onrechte te worden beschimpt en beschuldigd. Desondanks blijft hij God dankbaar voor zijn vooral moeizame levensloop.
Heel bescheiden, alsof het over een onbekende gaat, schrijft Paulus ook over een mystieke ervaring. Als goede Jood geeft hij de voorkeur aan met beide benen op de grond staan in plaats van een onbestemde zweverigheid. Realiteitszin heeft kerk en geloof verder gebracht dan de nadruk op ervaringen, getuige Luther, Bonhoeffer en Albert Schweitzer. Paulus wil niet hoog van zichzelf opgeven, maar maakt wel duidelijk dat hij een mens met een breed spectrum is. Hij weet over allerlei ervaringen mee te praten en is daarom in staat om in de huid van zijn gemeenteleden te kruipen, intens met hen mee te leven. Daar heb je als gemeentelid meer aan dan aan luchtfietserij en streven naar populariteit. Op grond van veel inlevingsvermogen is Paulus in staat om niet alleen christenen in Griekenland, maar ook in Klein-Azië en in Rome te dienen. In het Evangelie gaat het immers over heel de wereld, over een wijde blik, niet over dorpisme en benepenheid.
Vrijmoedig, geïnspireerd in het leven staan is jezelf bloot te durven geven, je kwetsbaar durven opstellen, ook als je ten prooi valt aan een vaak ten onrechte kritisch publiek. Paulus en Vincent van Gogh kunnen er over meepraten. Beiden laten echter zich niet van de wijs brengen, omdat zij een doel voor ogen hebben. Beiden zijn ondanks tegenslag niet klein te krijgen. Beiden voelen zich alleen klein voor God, niet door mensen en hun kritiek. Beiden laten zich in hun leven leiden door GODS Geest, dus niet door de tijdgeest, de waan van de dag. Zodoende zijn zij meer dan een kortstondig verschijnsel, trekken beiden een blijvend spoor door de geschiedenis. Zulke indrukwekkende blijvertjes, daar gaat het God om, daar staat de Bijbel dan ook vol van. Zulke persoonlijkheden heeft de kerk nodig. Zulke persoonlijkheden wil God van ONS maken. Voorwaarde is wel dat wij ons geheel en al aan HEM toevertrouwen en net als Paulus durven leven van genade. Amen.