Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

1 oktober 2006

ds. Wim Lamfers

Zingen: Psalm 70


Verootmoediging en drempelgebed: DB, 473a


Ons kyriëgebed sluiten wij af met het zingen van het Kyrie eleison (DB, 588 nr. 19). Na het kyrië zingen wij als gloria: Gezang 408. Na het zingen van gezang 408 gaan de kinderen onder orgelspel naar de kinderdienst.


Laten wij de Heer om ontferming aanroepen voor de nood van de wereld en vervolgens zijn Naam prijzen, want zijn barmhartigheid is eindeloos groot:


Omdat U ons wilt beschermen en ons wilt dragen, zoals een moeder haar kind beschermt, leggen wij U onze verwarring, onze woede en onze onmacht voor. Woede welt in ons op, omdat wij machteloos moeten toekijken, je niets kunt doen als het er in het leven om spant. Verwarring is je deel, want wat kan een mens allemaal overkomen en wat kan een mens allemaal moeten meemaken…
Moet je daarvoor oud worden, om dat allemaal mee te maken, dat de dood zo dichtbij komt, zo wreed huis houdt, je het liefste wat je hebt wordt ontnomen? Alsof je al niet genoeg hebt meegemaakt in de loop van ons leven. Het kringetje van mensen met wie wij vertrouwd waren was al zo klein geworden.
We voelen ons zo machteloos, zo hulpeloos. Ten prooi aan allerlei verwarrende gevoelens die een uitweg zoeken.
Ten einde raad zoeken we het bij U.
Laat ons niet aan ons lot over. Draag ons zoals een arend haar jongen draagt en verzorgt. Draag ons door de moeilijkheden heen, opdat we weer deel van leven hebben.
Wees met alle mensen die veel moeten verwerken. Het lijkt wel alsof alles tegelijk op je af komt, alsof er geen eind aan je zorgen komt.
Neem ons bij de hand en leid ons leven in rustiger vaarwater, opdat we weer op adem kunnen komen,
een nieuwe dag niet overschaduwd wordt door grijze wolken, maar ons weer toelacht.
Vang ons op, maak het goed met ons, geef ons weer een beetje houvast, troost ons.
Heer, wij bidden U in Jezus’ naam: Kyrie eleison (DB, 588 nr. 19).


Na de lezing uit de Thora, Deuteronomium 32:1-12, zingen wij: Gezang 250.
Na de verkondiging zingen wij: Gezang 426.


Als het er op aan komt, als het er om spant in het leven, gaat het in het leven eigenlijk maar om één ding: om troost. Omdat dat gevoel, dat niet heel ons lichaam voortdurend onder spanning staat, maar dat we even achterover mogen leunen, ons zo goed doet. Even bij kunnen komen dankzij de troostrijke aanwezigheid van een medemens, het voelt zo weldadig aan, het doet je zo goed, je hebt het zo nodig. Wij zijn in wezen op zoek naar troost, omdat al die onrust en die pijn die in ons woeden, ons te veel worden. Die onrust in je, dat gevoel doodmoe te zijn gestreden, moet niet te lang duren; dat houdt een mens niet vol. God zij dank is er temidden van alle ellende de troost van de muziek en de troost die uitgaat van de stilte en van het landschap, dat er langer is dan wij. God zij dank is God zelf er voor ons met zijn troost. Over God als troost komt Mozes niet toevallig te spreken nu het er op aan komt in ZIJN leven, nu hij zijn einde voelt naderen en hij de balans van zijn leven en van het leven van het volk met God opmaakt.
Wat waren nu de meest waardevolle momenten in zijn leven, de ogenblikken met de meeste diepgang? Toen hij zich geborgen voelde, niet langer ten prooi was aan angst en zorgen, maar zich beschermd wist…. door God. Want onrustig is ons hart, totdat het tot rust komt bij U, o Heer (Augustinus).
Wat heeft Mozes toen ervaren? Wat schonk hem dan zoveel troost? Dat zouden wij graag willen weten, want WIJ zijn nog niet zover, nog lang niet. Wij zitten nog midden in de ellende, spartelen ergens middenin een grote zee om niet kopje onder te gaan en tasten vooral naar houvast. De veilige haven is nog ver weg, de kant niet eens in zicht. Wij hebben het nog niet gevonden; en dat zoeken naar houvast, daar wordt je zo moe van.
Mozes probeert zijn troostrijke ervaring onder woorden te brengen met behulp van een gelijkenis. Niet toevallig doet hij dat in een lied vol verlangen naar het goede en naar God. Ook Mozes is op zoek naar geborgenheid.
Geborgenheid ervaren bij God, dat is diep ervaren dat God naar je omziet. Dat je niet alleen op de wereld bent, maar dat je bent gekend en in de gaten wordt gehouden door iemand die het goed met je voorheeft. Vrees niet. Ik heb je bij je naam geroepen. Je bent van mij (Jesaja 43:1). Je hoeft het niet allemaal alleen te doen; er is hulp, hulp bij … God. God, die net zo zorgvuldig voor zijn jongen zorgt als een arend, net zo intens naar zijn mensen omziet.
Daar schiet je NU wat mee op, nu je middenin de ellende zit. Nu ervaar je alleen maar de dreiging van die arend, zijn klauwen doen pijn. God is niet alleen maar licht en liefde; God is ook duisternis, een duister figuur. En jij maar tasten in die duisternis, jij maar zoeken in dat labyrint. Leven op de tast. Het leven als één grote zoektocht. Wat een onzekerheid! Wat een dreiging! Hoe kan je je geborgen weten?
‘noem mij, bevestig mijn bestaan,….
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.
Voor wie ik liefheb, wil ik heten’ (Neeltje Maria Min).
Wij willen aangesproken worden, diep geraakt worden, want wij zoeken troost. Diep getroost zijn, konden we dat goede gevoel maar even ervaren, ‘boven de dingen uitgeheven worden ….naar de sterren kijken en daarheen langzaam worden opgelicht’ (Ed Hoornik). Zweven boven de harde werkelijkheid. Onttild, ontheven zijn aan het verdriet; was dat maar mogelijk.
Dan is die arend, waar we niets van begrijpen als leed ons treft, die duistere God die we trachten te begrijpen, dan is die grote arend opeens geen dreiging meer, maar de beschermende veren van een vogel die voortdurend over zijn kinderen waakt. De vogels Gods die zijn vleugels uitspreidt, een jong opneemt en het draagt op zijn vlerken. DAT willen we voelen, dat we gedragen worden. Het niet allemaal zelf hoeven te doen, want daar wordt je zo moe van, maar gedragen worden, even mogen uitrusten van alle vermoeienissen.
Beschermd zijn, gedragen worden. Naar dat goede gevoel wil God met ons toe. En wij? Wij snappen niets van de weg die naar dat doel leidt. We tasten volledig in het duister. We zien om ons heen niets anders dan duisternis, maar we zijn op weg naar het licht. Daar is Mozes van overtuigd. Al zijn we er nog lang niet…
Veertig jaar dolen door de woestijn van het leven met liederen van verlangen als bemoediging.
Mozes geeft ons aan het eind van zijn leven iets mee: een ideaalbeeld, een voorbeeld. Houd dat vast! Ga in dit spoor verder! Alleen dan kom je bij het goede doel uit.
Ook al is God nu ver te zoeken en diep verborgen voor ons, Hij is er uiteindelijk voor ons, met zijn troost en zegen. Net als die grote vogel zoekt Hij toenadering tot ons, zorgt Hij voor ons.
Wij mogen ons ten diepste getroost en gedragen weten. Geborgen bij God. Precies wat we nodig hebben, wat ons zo goed doet. ‘Ik ben er …. voor jou.’ Waar vind ik zoveel goedheid weer als Jezus heeft voor mij? (Gezang 147:5). Amen.


Gesprek met de kinderen. Hebben jullie wel eens gezien hoe druk vogels bezig zijn met de verzorging van hun jongen? Ze vliegen af en aan.
Op 22 september is in het schone Gein Wessel Willem Tinholt geboren. Saskia en Willem zorgen vast en zeker goed voor hun kleine vogeltje.


Staande willen wij drie mensen gedenken die ons ontvallen zijn:


Op de dag van Jezus’ opstanding, op zondag, 24 september, overleed tijdens het uitoefenen van zijn geliefde sport, fietsen, nog maar 61 jaar oud Nicolaas Dalmulder. Onze gemeente en onze stad hebben veel aan Nico te danken. Hij was een bekwaam en gedreven bestuurslid. Het gemis dat wij als familie en als vrienden ervaren is niet in woorden te vatten.
Vrijdag hebben wij Nico naast Richard begraven op ‘Carspelhof’.


Op 29 september overleed na een lang ziekbed op de leeftijd van 86 jaar Kitty Bockweg. Zij was een trouw lid van de lutherse gemeente en woonde aan de Achtergracht. In de laatste maanden van haar leven is mevrouw Bockweg vol toewijding verzorgd door Corrie, Ada en Lars Boom en Dicky Grootendorst. De crematie vindt plaats op


Nadat haar gezondheid de laatste jaren hard achteruit ging overleed op 29 september in Oversingel op de leeftijd van 87 jaar Roelie Hennipman-van Dijk. Mevrouw Hennipman was een zorgzame moeder en een hartelijke vrouw. Op woensdag 4 oktober begint om 14 uur de dankdienst voor haar leven in de Dorpskerk in Nigtevecht. Aansluitend wordt mevrouw Hennipman naast de kerk begraven.


Wij gedenken deze drie mensen in grote dankbaarheid.

 


Wij wisselen onze gebeden af met het zingen van: LUISTER HEER, ONTFERM U OVER ONS
(DB, 648 nr. 85).


Omdat U de Trooster bent, bidden wij om Uw nabijheid voor Gerda, Arthur en Maureen, nu het zo onverwacht zo leeg is geworden aan de Dotingalaan. Wat wij U het eerst vragen moeten, we weten het niet eens; het is allemaal zo verwarrend. U weet wat er door hen heen gaat. U weet wat zij nodig hebben.
Wees met Adri en Joke, die zo trouw om hen heen staan, er altijd weer op het juiste moment zijn, in goede en kwade dagen.
Gedenk de moeder van Nico, mevrouw Dalmulder. U weet hoe diep het verlies van je kind gaat, wat dat allemaal met je doet. Dan ben je heel je leven zo bezorgd om je jongens. En dan dit…
Omdat afscheid nemen pijn doet, bevelen wij de familieleden van de dames Bockweg en Hennipman aan in Uw hoede. Wees voor al deze mensen een schuilplaats, een arend die hen draagt, een bron van troost. Dat zij bij U als de Goede Herder de steun vinden die zij nodig hebben, wanneer herinneringen hun te machtig worden, verdriet hen overvalt, die diep ingrijpende verandering van de eenzaamheid hun zwaar valt.
O God, al die mensen die verdriet hebben, met vragen en trauma’s rondlopen, omdat je die ene zozeer mist, vergeet hen niet. Schep rust in hun bestaan, opdat de onrust niet de overhand heeft en het verdriet niet hun hele bestaan beheerst.
Heer, wij bidden U: LUISTER HEER, ONTFERM U OVER ONS.
Omdat Uw goedheid geen grenzen kent, bidden wij U voor mensen die niemand hebben die naar hen omziet. Mensen die stuklopen op de eenzaamheid, mensen die niet de aandacht krijgen die een mens zo nodig heeft, mensen aan wie men zomaar voorbij leeft.
Dat er medemensen zijn die oog voor hen krijgen, opdat er meer is dan het eigen, kleine, benauwde wereldje.
Wees met wie niets meer in het leven zien, geen oog hebben voor het goede om hen heen, nergens door geraakt worden. Dat hun de ogen open gaan, daar troost en kracht uit putten.
Geef ons oog voor wie kwetsbaar zijn. Dat wij beseffen hoe belangrijk het is dat er mensen zijn die naar je omzien, dat aandacht zo goed doet, dat je als gemeenschap zoveel voor elkaar kunt betekenen.
Heer, wij bidden U: LUISTER HEER, ONTFERM U OVER ONS.
DB, 800 midden.
Wees met wie zich niet verzorgd weten, maar vooral een prooi voelen, de armen in Zimbabwe; ten prooi aan een medogenloze heerser, ten prooi aan wanhoop en ellende. Mak dat er ook voor hen een uitweg komt uit armoede en onderdrukking.Dat ook deze mensentoekomst hebben.
Heer, wij bidden U: LUISTER HEER, ONTFERM U OVER ONS.
Wees met wie ziek zijn. Ziek zijn doet zoveel met je, eist al je aandacht en energie op, zet je aan het denken, maakt een ander mens van je. Wij denken in het bijzonder aan die mensen, die al zo lang ziek zijn, al zo lang met een tijdbom in hun lichaam rondlopen, het leven zo anders, als zo onwezenlijk anders ervaren.
Wees met wie vertwijfeld rond een ziekbed staan. Dat zij troost ervaren, begrip hebben voor wat een mens nodig heeft.
Ontferm U over al deze mensen.
Heer, wij bidden U: LUISTER HEER, ONTFERM U OVER ONS.
Wij danken U voor al mensen die ons niet vergeten, ons opvangen, er precies op het juiste moment voor je zijn. Mensen die ons de ogen openen voor meer dan wat ons zozeer bezighoudt, opdat wij oog blijven houden voor de mooie dingen in het leven. Mensen die onze horizon verruimen, ons helpen en troosten.
Wij danken U voor mensen die creatief in het leven staan, die ons de troost van de muziek schenken, iets bijzonders aan ons doorgeven en ons zo confronteren met de heilzame werking van Uw Geest.   Heer, wij danken U.
Leggen wij in ons stil gebed onze moeiten en vreugden voor aan de Heer.
Heer, ontferm U over Uw wereld, en hoor ons als wij in Jezus’ naam bidden: OV.


Onze gaven worden gevraagd voor de kerk en voor het werk van kerk en Israël.
Na de collecte zingen wij: Gezang 223


Zegen       Amen (DB, 712 nr.125)


Orgelspel