24 december 2006 Vierde zondag van advent
ds. Wim Lamfers
Lezing: Lukas 1:57-80
Rond dit bijzondere kind heeft niet de gewone traditie van je kind de naam geven van een dierbaar familielid het laatste woord, nee, hier heeft een bijzondere traditie het laatste woord. Waar het geloof zich breed kan maken gebeuren immers onverwachte dingen. God houdt ook getuige Johannes’ geboorte en naamgeving van verrassingen, tot heil van mensen. Rond de God van Israël val je van de ene verbazing in de andere, gaat het van hoogtepunt naar hoogtepunt, van profeet naar profeet, van feest naar feest, dat alles als voorafschaduwing van de toekomst van de Heer.
Johannes is zijn naam, omdat God genadig is. Daarom klinkt uitgerekend hier deze naam en geen andere. Daarom klinkt uitgerekend hier een lied over Gods genadige ontferming, dat niet toevallig een loflied is. Het leven met God en dankzij God heeft hier het laatste woord. Daarom klinkt, nu Sacharja net als eens de profeet met diezelfde naam zeker weet dat de Heer gedenkt, zijn Woord, zijn verbond gestand doet, een lied. Een lied over hoe hemel en aarde steeds weer op elkaar betrokken zijn, intens samenhangen, een loflied vol dankbaarheid, het Benedictus, gezegend zij de Heer, de God van Israël. Wat je niet kunt zeggen, omdat je stomverbaasd bent, niet zo hoog kunt reiken met je gedachten, kan je gelukkig wel bezingen. Gods heil kan je ten diepste alleen maar onder woorden brengen in een loflied. Geloven is vooral God loven, leven bij lof en dank.
Een lied over alweer een merkwaardige naam: Ik ben die ik ben; Ik ben pure genade, degene die je continu voor verrassingen plaatst. En wie Ik ben, hoe bijzonder ik ben, hoe genadig ik voor jullie ben, dat zal je binnenkort wel merken als Gods goedheid als dauw op jullie neerdaalt, Gods gerechtigheid en heil zich in jullie midden breed maken, in Johannes en Jezus, in woord en doop, allebei elementen die genezend werken, wonden helen, mensen heel maken dankzij Gods heil.
Sacharja leert ons net als Maria dat geloven vooral God loven is, dat geloven zingen is, omdat zingen in ons iets bijzonders doet vibreren en resoneren. Op weg naar Kerst klinken allerlei lofliederen, opdat wij staande in die muzikale traditie waarin aloude Psalmen doorklinken de komst van de Heer zingend tegemoet leven en in praktijk brengen wat Sacharja in zijn loflied aan de orde stelt.
Sacharja bezingt in dit lied waarom het draait in het geloof: om dienend leven, door gerechtigheid handen en voeten te geven en zo iets zichtbaar te maken van Gods regering, Gods koningschap, waarnaar Johannes verwijst en waarover Jezus, DE mens naar Gods beeld en gelijkenis, spreekt in gelijkenissen. Is God aan het bewind, dan wordt er geen altijd weer dwaze, zinloze oorlog gevoerd, maar dan gaat het om barmhartigheid. Niet hardhandig optreden, maar liefdevol met medemensen omgaan, omdat zij allemaal Gods kinderen zijn, en wij mensen het allemaal moeten hebben van liefde en vergeving. Waar iets van God zichtbaar wordt, streeft men doelbewust naar vrede. Dat is niet altijd even gemakkelijk, maar wel heilzaam.
Johannes geeft mensen die gedoopt zijn de kans al dit moois in praktijk te brengen. Wij mogen leven overeenkomstig Gods wil. God heeft zoveel vertrouwen in ons dat Hij ONS wil gebruiken om zijn goedheid te verspreiden, heilig voor zijn aangezicht te leven door recht en gerechtigheid alle kansen te geven. Heilig leven, dat is op een aparte manier leven, heel zuiver, zodat die wijze van leven aandacht trekt, authentiek, zodat die manier van leven op goddelijk niveau ook inspirerend werkt voor anderen. Niet heersen, maar dienen, barmhartig omzien naar elkaar, opdat mensen ervaren dat het leven dankzij God goed is. Heilig leven is diakonaal leven, vooral omzien naar mensen die leven omgeven door duisternis, mensen in wier leven het donker geworden is, omdat de dood er zo wreed huis hield. Gods wil volbrengen is licht in het leven van mensen brengen, medemensen troosten, omdat een leven zonder troost zo duister en onmenselijk hard is. Johannes gaat ons daarin voor. Johannes, de voorloper van, de wegbereider voor de Messias. Zijn naam zegt ons het nodige over wat hij gaat doen in zijn leven. Zijn naam bevat een heel programma voor een bijzondere manier van leven: Gods genade bekend maken aan mensen. Gods goedheid tastbaar, ervaarbaar maken in de doop. Het geloof kan nu eenmaal niet zonder symboliek, zonder gelijkenissen. Dat alles is vol vertrouwen de komst van de Heer tegemoet leven en de weg bereiden voor de Messias, heel concreet Advent vieren bij de rivier die de scheidingslijn vormt tussen een achterhaalde manier van leven en een nieuwe manier van leven, een levenswijze waarover Gods licht valt. Johannes wijst ons op die nieuwe wijze van leven en Sacharja ziet dat hier al helemaal voor zich. Daarom moet hij zo uitbundig over Gods goedheid zingen.
Johannes wordt net als eens Gods volk in de woestijn voorbereid op zijn taak, het aankondigen van de komst van de beloofde Messias, zoals Israël eens in de woestijn toegroeide naar het bewonen van het nieuwe, beloofde land. Johannes wordt in de woestijn via het geheim van de stilte in kontakt gebracht met God en in de verlatenheid op de proef gesteld, opdat hij zijn zware, bijzondere taak aankan. Niets gebeurt rond God onaangekondigd. Niets gebeurt hier onvoorbereid. God gaat niet op de bonnefooi met ons op weg, maar bereidt ons aan de hand van liederen vol troost en aan de hand van een heilzame stilte voor op ons dienstwerk. Het gebed en het lied bieden ons de nodige steun en troost om het leven aan te kunnen.
Via Johannes leven wij naar Jezus toe, via de profeten naar de Messias. In beider leven draait het om hetzelfde: om Gods woord, om een verrassend nieuwe manier van leven, om dienstbaar leven tot heil van velen. Zo’n inspirerende levenswijze kan je alleen maar ijlings overnemen, om net als Johannes en Jezus een ondanks alles gezegend bestaan te leiden, een boeiend leven dichtbij de Eeuwige, gezegend zij zijn naam. Amen.