Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

10 juni 2012, jeugddienst

Lieve gemeente,

De mensen in babel hebben het goed voor mekaar.
Ze zijn lekker aan het bouwen.
Het wordt een grote stad. Met daarin een toren.
Daarover zijn ze het met elkaar eens.
Een hele grote toren.

De mensen van babel zijn het sowieso vaak met elkaar eens.
Eigenlijk altijd.
Het staat letterlijk in de tekst in de bijbel:
Een van taal.
Heel eensgezind.

Ik moest bij dit verhaal denken aan een heel oud kinderrijmpje,
En vergeef me, lieve mensen als sommige iets jongere onder ons,
het niet kennen, maar het gaat zo:

Hier is de sleutel
Van de Bibelebontse berg.
Op de Bibelebontse berg,
Daar staat een Bibelebonts huis,
Wonen Bibelebontse mensen.
En die Bibelebontse mensen,
Hebben Bibelebontse kinderen.
En die Bibelebontse kinderen,
Eten Bibelebontse pap,
Met een Bibelebontse lepel,
Uit een Bibelebontse nap.

He.

Ook heel eensgezind dus daar op die bibelebontse berg.
En je zou kunnen zeggen: wat is daar nou fout aan?
Dat is toch juist goed. Als je
eensgezind bent krijg je geen ruzie. Waren de mensen maar vaker zo eensgezind, dat is toch de hemel op aarde?

U raadt het misschien al, het antwoord is nee.
Zoals alles hetzelfde is op die Bibelebontse berg. Zo is alles ook gelijk in de stad Babel.
Maar dat kinderrijmpje gaat door en sluit af met:
Al wie met ons mee wil gaan,
die moet onze manieren verstaan.

Je voelt het al op je klompen aan:
Eensgezindheid is niet altijd goed.
Als er maar één
taal wordt gesproken dan wordt dat uiteindelijk automatisch ook: de taal van de macht.
En al die onze manieren niet verstaan, tja.

De verhalenverteller van Genesis haalt God erbij,
om die eensgezindheid die dat gevaar in zich draagt te doorbreken.
Deze God kent mensen:
op deze manier eensgezind zijn, daar komt er
niet veel goeds van.

Daarom vertelt het verhaal dat God juist
die taal van de mensen uit Babel in de war gooit en
hen over de aarde verstrooit.
God maakte van het grote en machtige Babel een
brabbelstad: Babbelonië.
In de taal van de bijbel betekent dat ‘warboel’.

De mensen gaan vanuit Babel uiteen en verspreiden zich over de hele aarde.
Gelukkig maar.
Want anders hadden we
geen verschillende landen,
En dus ook geen EK.
Beetje jammer alleen van gisteravond natuurlijk..

Nee, dit terzijde
Hoe we hier nu zo zitten met elkaar dat is ook aardig in verscheidenheid.
Zeker vandaag, nu we onze gasten hebben uit spanje en frankrijk.

Twee weken geleden was het pinksteren.
En pinksteren is ook eigenlijk een verhaal over taal.
Dat verhaal gaat zo dat er
Net zoals nu heel veel mensen bij elkaar waren.
Uit verschillende streken en dus ook met verschillende talen.
Maar wanneer ze gaan spreken, blijken ze elkaar plotseling
te kunnen verstaan.
Een soort toren van Babel, maar dan
omgekeerd.

Hoe kan dat?
Het pinksterverhaal vertelt dat er een geest waaide. Gods geest.
Als het ware door die woorden heen van de mensen.
Waardoor dat wat ze wilden zeggen bij iedereen aankwam.

En waarin verschilt Pinkstertaal nu van Babeltaal?
Misschien kun je zeggen:
de eensgezinde taal van Babel maakt mensen onvrij.
Het is een eensgezindheid waarvan we dénken dat het ons tot in de hemel brengt.
In de taal van pinksteren blijven mensen wie ze zijn, in al hun verscheidenheid, maar vinden ze die eenheid in iets anders.

Ik denk dat die pinkstertaal te maken heeft met liefde.
Zoals je ook elkaar
niet letterlijk hoeft te verstaan om iets van de ander te begrijpen.

Woorden van mensen die aangeblazen worden door die liefde, en dus door God, komen aan.

Vandaag vieren we de doop.
Een ritueel waarin we ook die liefde uitdrukken van God voor alle mensen, wie of wat je ook bent of waar je ook vandaan komt of waar je ook geboren bent.
En ik spreek de hoop uit dat dat ritueel vandaag voor iedereen, ook van ver, verstaanbaar zal zijn.

Amen.