Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

21 oktober 2012

Gemeente van jezus christus,

Om heel eerlijk te zijn
Ik heb deze week echt
Letterlijk hoofdpijn gehad van deze tekst van vandaag.
Omdat
Wat jezus hier probeert uit te leggen is heel heel moeilijk.
Kijk, die twee broers, Jakobus en johannes.
die snap ik.
Ze hebben hun hele oude leven achter zich gelaten.
Hun baan, hun vader, hun goeie ouwe vader zebedeus.
En hun netten. Achter gelaten aan de oever van het meer.
En ze zijn op reis gegaan met een wonderlijk figuur,
Een figuur vol met verhalen, vol met wijsheid,
Ja, die broers snap ik vandaag wel.
Zo ver van huis,
willen ze weten waar ze van op aan kunnen.
Zij weten wel 1 ding zeker.
Bij die jezus willen ze blijven.
Die man die alles op z’n kop zet.
Bij wie dingen die onmogelijk leken
Plotseling mogelijk zijn.
Bij wie een nacht in een dag kan veranderen.
Het donker in licht.
Bij wie alles tot leven komt.
Bij wie zij zich tot leven voelen komen.
Maar sommige dingen die jezus vertelt
begrijpen ze niet.
Wat is dat rare verhaal over wat er zal gebeuren in jeruzalem.
En hoe zit dat met dat koninkrijk waar jezus het steeds maar weer over heeft?
Het klinkt goed, maar wat is hun plek daarin?
Een beetje nerveus worden ze daarvan,
en ook onzeker over de toekomst.
Zij willen wel verder met Jezus.
Maar wil Jezus dat met hen ook? En hoe dan.
Nu ze geen vaste verblijfplaats meer hebben,
geen familie meer om hen heen
en geen idee hoe de toekomst er uit zal zien,
willen ze weten:
Zijn zij voor Jezus net zo belangrijk als hij voor hen?
Dus op een goede dag wagen ze het
hierover iets te vragen aan jezus.
Jezus, als u heerst, als een koning, he, als een koning in dat koninkrijk waar u het steeds over heeft,
laat ons dan links en rechts van u zitten.
Dicht bij u, naast de troon zeg maar, als onderdeel van dat koninkrijk.
Jullie hebben geen idee wat jullie vragen, zegt jezus.
Kunnen jullie de beker drinken zoals ik hem zal moeten drinken?
Hu, ja, ja, dat kunnen we wel.
Maar het klopt, eigenlijk hebben de broers geen idee wat ze vragen.
Ze hebben geen idee wat ze vragen als ze vragen om een plek links en rechts van jezus.
Als ze dat hadden geweten dan hadden ze het misschien niet gevraagd, denk ik.
Want op die manier onderdeel zijn van dat koninkrijk is het allermoeilijkste. Niet dat je daar heel slim voor hoeft te zijn,
maar je moet bereidt zijn om dingen anders dan anders te gaan zien.
En je daar aan over te geven.
Laat ik het anders zeggen, legt Jezus uit.
Niets in dat koninkrijk lijkt op de regels en wetten die nu gelden.
Er is geen heerser met dienaren.
In dat koninkrijk heerst diegene die anderen dient.
Nou zijn er veel misvattingen over dit woord ‘dienen’.
Ik weet nog goed dat ik stagiair was in een gemeente en
bij een gesprekskring aanwezig mocht zijn.
Het ging toen over wat je allemaal kon
of moest doen als christen.
En ik weet nog dat de groep bezig was met opnoemen:
Je kon voor mensen klaarstaan, door te letten op de ander, een goed gesprek, of gewoon iets te doen,
Eten geven, vriendelijk zijn, een glimlach,
Een compliment,
Zo ging het een tijdje door, en het viel me op dat 1 vrouw haar mond hield. Er begon iets op te hopen binnen in haar,
Ik zag het, en ineens sprong ze op en riep:
Mag ik ook een keertje aan mijzelf denken!
Ze gebruikte toen een krachtterm die ik
Hier nu niet zal herhalen, maar die wat mij betreft op zijn plaats was,
Want ik zag de moeheid in haar ogen. Deze vrouw was op.
Ze was genoeg nederig geweest, had genoeg gediend,
ze was leeg.
Ik vertel deze anekdote omdat het volgens mij niet
Jezus bedoeling is dat we zo gaan dienen om er zelf
aan onderdoor te gaan.
Omdat het koninkrijk niet een plek is van leegte maar van overvloed.
Om te kunnen dienen, moet je iets te geven hebben.
Dat Jakobus en johannes daar nog niet klaar voor zijn,
Weet jezus vanwege hun vraag.
Want de vraag die klinkt is eigenlijk de vraag: ben ik wel belangrijk?
Ben ik belangrijk genoeg?
Begrijp me goed, dat is geen foute vraag!
Het is een vraag die we ons als mens denk ik allemaal wel eens stellen.
En die vraag betekent ook niet dat je niet of nog niets te geven hebt.
Maar het is wel een vraag waar je eerlijk over moet zijn
Naar jezelf toe.
Als je iets geeft aan, of iets doet voor een ander,
Waarom doe je dat?
En kun je al iets geven zonder er iets voor terug te vragen.
Dat moment van het vrije geven of het vrije dienen komt
niet door onszelf ervan langs te geven.
Door onszelf te straffen als we erachter komen dat we eigenlijk goedkeuring of aandacht verlangen.
Of door onszelf nog meer ‘dingen die we moeten’ op te leggen.
Dat moment komt alleen als we eerst terug gaan naar onszelf.
Eerlijk kijken naar onszelf.
Die vrouw uit de gesprekskring was eerlijk.
Haar kreet ‘mag ik ook eens een keertje aan mijzelf denken’ klonk in de oren van de gespreksgroep egoistisch, maar is het niet.
Want dienen om te dienen kan alleen als je weet hebt van je volle waarde als mens.
En die vind je door weer verbinding te zoeken met de bron.
Die bron is dat wat wij god noemen.
Die bron is: liefde die niet opraakt.
Zo kun je zeggen:
Wij zijn kinderen van God
Wij zijn gemaakt van Liefde.
Dát in te zien is onze grootste uitdaging.
Het raakt snel overwoekerd. Door onze angsten. Door onze onzekerheden. Door wat we anderen ons laten zeggen.
Door alle dingen die we denken dat we moeten doen. Om goedgekeurd te worden.
Maar goed zijn we al.
We moeten het opdiepen.
Er naar zoeken.
Liefde klinkt zoetsappig, maar is het niet.
Als Jezus zegt dat hij gekomen is om te dienen,
Dan betekent dat dat hij het aankon om te geven,
zonder bang te zijn daarmee wat te verliezen.
Maar:
Jezus sterft toch uiteindelijk?
Jezus verliest toch zijn leven?
Dat is toch de beker die hij moet drinken waar hij het vandaag over heeft?
Ja, dat klopt.
Daarom is dit voor ons als mensen een moeilijk verhaal.
Want voor ons als mensen is het leven het ergste wat je zou kunnen verliezen.
Jezus leefde zijn leven voor God. Voor die bron van liefde.
Jezus had weet van die bron die niet opraakt.
Zijn werk, zijn levenswerk voor die liefde, moet hij bekopen met zijn leven.
Hij geeft het uit handen aan mensen die nog niet weten hoe om te gaan met die liefde.
Maar daarmee verliest hij niet.
De liefde blijft.
Dienen is het hoogste dat je als mens kunt bereiken.
Het is geven zonder bang te zijn dat je daarmee wat verliest.
Het is weet hebben van de liefde die niet opraakt.
Het is ok als dat nu nog niet kan.
Loop gewoon nog een eindje mee, samen op reis. met Jakobus.
Met johannes. Met jezus.
Amen.