Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

14 mei 2006 Cantate

ds. Alida Groeneveld
 

lezingen:

Hooglied 2: 1-7

I Johannes 3: 18-24

Johannes 15: 1-8

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
De theologische bezinning en kerkelijke bewustwording van de laatste jaren zijn aan onze Kerk niet voorbijgegaan. Deze hebben er toe medegewerkt dat mensen van verschillende geestelijke nuancering ontdekt hebben, dat zij dichter bij elkander stonden dat zij zich vroeger bewust waren. (…) Een nieuw tijdperk ligt nu voor ons. Aan allen die tot enigerlei dienst gesteld zijn, is het een duidelijk omschreven opdracht en is daarmee een grote verantwoordelijkheid gegeven. Doch niet alleen zij, maar alle leden der Kerk zijn voor haar getuigenis in de wereld, in woord en daad, mede verantwoordelijk.
Deze kanselboodschap begeleidde de invoering van de nieuwe lutherse kerkorde in 1956. Inmiddels vijftig jaar verder, is die kerkorde niet meer geldig. Sinds 1 mei 2004 hebben we te maken met de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. Kerkorde en regelingen zijn nu niet bepaald díe zaken waarvoor veel mensen warm lopen. Veel mensen krijgen het er wel warm van: het is ingewikkeld, het gaat over veel schijven, iedereen moet z’n zegje doen en het goed doorlopen van de procedures kost tijd, veel tijd.

“Heeft al het spreken over organisatie, structuren, verantwoordelijkheden ook iets met geloof en geloven te maken?” Dat is een vraag die ik mijzelf regelmatig stelde, en die ik hier en daar ook beluisterd heb. Ik heb zelf niet altijd het verband helder voor ogen kunnen houden.
Theologische bezinning, kerkelijke bewustwording? Hier in Weesp en Driemond is er al jaren sprake van samenwerking – en toen ik het ging navragen, wist niemand meer precies te vertellen wanneer het begonnen is. Als je steeds op onderdelen van het gemeentewerk intensiever gaat samenwerken, samenwerkingsovereenkomsten afsluit, dan kan het niet anders gaan dan dat dit proces gepaard gaat met theologische bezinning en kerkelijke bewustwording, hoe stamelend geformuleerd ook. Waarom doe ik het zo? Waarom geloof ik het zo? Wat zijn de achtergronden? Is het theologie? Is het geloof? Is het gewoonte? Wat zijn mijn eigenheiden, vanuit de traditie waarin ik sta, en wat zijn de eigenheden van de ander?

Kunnen we elkaar vinden? Durven we elkaar kritisch te bevragen, om ten diepste te ontdekken wat de ander beweegt? En doen we dat dan ook? Staan we inderdaad dichterbij elkaar, hebben we dat ontdekt? Of zijn er onoverbrugbare verschillen gebleken?
Een nieuw tijdperk breekt aan, aldus de kanselboodschap van toen,

en ik lees het nu naar onze situatie toe. Mij bekruipt het gevoel dat we maar al te graag en te vaak een nieuw tijdperk willen laten beginnen.

Schoon schip maken, niet meer het gedoe uit het verleden, een kans om helemaal blanco en opnieuw te beginnen.

“Het regelen ligt achter ons, we kunnen nu weer gaan geloven.”

Eerlijk gezegd denk ik dat zo’n breuk met de geschiedenis, ónze geschiedenis, niet mogelijk is. Ook het nieuwe tijdperk gaat van start met de mensen, het verleden, de pijnlijke ervaringen en de vreugdevolle herinneringen – dat is onze erfenis.
Een nieuw tijdperk met inbegrip van het verleden, van ieders verantwoordelijkheid, van ieders roeping tot lid van de gemeente van Christus, om werk te maken van haar getuigenis. Nu de zaken rond de fusie rond zijn, is er tijd over, komt er tijd vrij voor de bezinning waar het op aan komt.
De lezingen van vanmorgen reiken drie begrippen aan waar het op aan komt. Deze drie begrippen zijn: verbondenheid, vrucht dragen en liefde.
verbondenheid

De evangelist Johannes houdt ons de woorden van Jezus aan zijn leerlingen voor, waarin Hij spreekt van verbondenheid. Jezus gebruikt daarvoor het beeld van de wijnstok, de ranken en het handelen van de wijnbouwer. Alleen als de ranken verbonden zijn met de hoofdstam, met de wijnstok zelf, met Jezus Christus zelf dus, kunnen zij vrucht dragen.

De verbondenheid is noodzakelijk, een levensvoorwaarde. De rol van de wijngaardenier is ook duidelijk: hij stelt de regels, en hij houdt het toezicht.
In diverse bewoordingen wordt ons een relatiedriehoek geschetst: Jezus en God: de wijnstok en de wijnbouwer; Jezus en de leerlingen: de wijnstok en de ranken. God en de leerlingen: de wijnbouwer die de ranken zonodig snoeit.
De ranken, de takken, hebben een actieve rol: zij moeten blijven. Er moet een continue verbinding blijven met de wijnstok zelf – dan kan er sprake zijn van vrucht dragen. Daartoe snoeit de wijnbouwer ook de ranken. Die takken die géén vrucht dragen, worden onherroepelijk afgesneden en ook nog eens in het vuur geworpen: er blijft niets van over. Het verwijst naar het concrete gevaar binnen de gemeenten dat hetzij volgelingen van Jezus de gemeente verlaten, hetzij binnen de gemeente er gelovigen zijn die niet (niet meer) trouw zijn aan de onderlinge liefde en aan de woorden van Jezus.
Wat wil Jezus met dit beeld zeggen? Johannes situeert het verhaal vlak voor Pasen, als iets waarop de leerlingen later kunnen teruggrijpen als alles anders geworden is. Verbondenheid van de ranken met de wijnstok:

vasthouden aan, je blijvend oriënteren op de woorden die Jezus gesproken heeft. Woorden, die Hij, Jezus, uitleefde in daden, met hart en ziel, geworteld in de leefregels die Mozes van de Eeuwige ontvangen heeft, uitkijkend naar het visioen van het koninkrijk. De plaats waar de wijn overvloedig zal vloeien, het land waar het goed is, het land van overvloed en geluk.
vrucht dragen

Het draait bij het Johannes-evangelie en ook bij de eerste Johannes-brief om vrucht dragen – het tweede begrip. Losse takken kunnen geen vrucht dragen – dat is zo helder als wat. Door de verbondenheid is het mogelijk om vrucht te dragen, en doe dat dan ook! Het vrucht dragen van de leerlingen zal bijdragen aan de grootheid van God. Het vrucht dragen van de leerlingen kan ervoor zorgen dat Jezus verder leeft in mensen, daartoe bijgestaan door de Geest. Door de Geest weten we ons verbonden met Jezus, met God. Door de Geest is er sprake van een relatie die gebaseerd is op liefde en vertrouwen.
Wat zijn dan de vruchten? De goede vruchten? Geduld, vreugde, trouw, verbondenheid en liefde.
Liefde – het derde begrip

Hooglied loopt over van de liefde. Het meisje dat vandaag aan het woord is, is helemaal ziek van liefde: hoteldebotel. Woorden schieten te kort om te beschrijven wat zij en hij voor elkaar voelen en betekenen. Het gaat over verlangen en gemis, over liefde en hartstocht, over wijn en de vruchten.
De liefde zet de werkelijkheid in een ander licht. ‘Iemand die van iemand houdt, zegt altijd dat dat komt doordat die ander zo mooi is, op de een of andere manier, van buiten, of van binnen, of allebei, terwijl andere mensen daar vaak niets van zien, en meestal is het ook niet zo. Maar wie altijd mooi is, is degene die liefheeft, want hij heeft lief en wordt daardoor bestraald door dat licht.’
De liefde tussen mensen in alle facetten laat iets zien van Gods liefde voor ons mensen, zoals het omgekeerd ook geldt. Aan Gods liefde voor ons mensen kunnen wij ons hart ophalen, niet als onbereikbaar ideaal,

maar als beeld van hoe het bedoeld is.
Het probleem met deze drie mooie woorden is, dat we deze niet als hapklare brokken naar binnen kunnen schuiven. Je zult met woorden als verbondenheid, vrucht dragen, liefde aan het werk moeten. Of anders gezegd: wie meent dat we er nu zijn in de Protestantse Gemeente te Weesp en Driemond ontneem ik ter plekke en met liefde nóg een illusie.
Nu begint het pas! Wat we nu geregeld en afgesproken hebben, waarvoor de allerlaatste handtekeningen straks gezet gaan worden, blijft zonder resultaat als het hierbij blijft.
Dus? We zullen ons moeten realiseren dat deze fusie een zakelijke kant heeft èn een geloofsdaad is. U wordt dan ook gevraagd straks ermee in te stemmen, al zingend. Al zingend zingen we onszelf te boven, zingen we ons deze nieuwe werkelijkheid in. Want werkelijk werk maken van verbondenheid, vrucht dragen en liefde, dat zal ook nog wel een vuurwerk geven, daarin zal deze – onze – gemeente een veelkleurige gemeente blijken te zijn. Dan zal ook moeten blijken dat 3×1 meer is dan drie.
Resultaten en doelstellingen, targets die we gaan halen? De route waarlangs we verder gaan? Een exact parcours heb ik niet. Wel dit verhaal:
Een vrouw droomde dat ze een nieuwe winkel ontdekte aan de markt en dat, tot haar verbazing, God achter de toonbank stond.

‘Wat verkoopt u zoal? vroeg de vrouw.

‘Alles wat uw hart verlangt,’ zei God.

Hoewel zij haar oren nauwelijks kon geloven, besloot de vrouw het beste te vragen dat een mens zich maar kon wensen.

‘Ik wil graag vrede en liefde en geluk en wijsheid. En vrij zijn van angst en pijn,’ zei ze.

Na even nagedacht te hebben, voegde ze er aan:

‘Niet alleen voor mij, voor iedereen op aarde!’

God lachte van achter de toonbank en zei:

‘Het spijt mij dat u me verkeerd hebt begrepen mevrouw, we verkopen hier geen vruchten, we verkopen hier slechts de zaden….’
Laten we dan de woorden ‘verbondenheid’, ‘vrucht dragen’ en ‘liefde’ vandaag in het gemeentezegel zetten, als herinnering aan gisteren en als opdracht voor morgen.
In de naam van de Vader en Zoon en de heilige Geest.

Amen