Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

18 maart 2012

Gemeente van Jezus Christus,

In 1995 besluiten vier(!) gemeenteleden
van een kerk in Sheffield, Engeland, om
hun kerk te verkopen. Want zij zijn laatste.
De vier laatste overgebleven leden.
De wijk waar de kerk staat
is een verarmde wijk,
heel veel mensen zijn al weggetrokken
door de neergang van de staalindustrie
die daar vroeger voor veel banen had gezorgd,
gevolg: vergane glorie.
De kerk zelf was ooit een bloeiende geloofsgemeenschap geweest, maar aan die dagen was nu een einde gekomen.
Zo werd de kerk verkocht,
aan een woningbouwvereniging.

Maar de vier leden bleven elkaar zien.
Een van hen, 85 (!) jaar oud, bleef stiekem
optimistisch: “misschien” zei hij tegen de anderen,
“kunnen we op de
een of andere manier, (ja natuurlijk heel
anders dan vroeger), toch nog wat betekenen”.

Een jaar later staat een van de weinige pubs
in de wijk te koop.
En die ene 85jarige haalt de drie anderen
over om die plek, dat cafe, te kopen met de middelen
van de verkoop van hun eigen kerk.
Nog niet helemaal zeker van wat ze dan met die nieuwe plek
gaan doen, gebeurt het zoals gepland.
Ze kopen het cafe, die de naam The Furnival draagt.
En op palmzondag maken ze een symbolische wandeling.
Van hun oude plek, hun oude stekkie,
naar The Furnival.
Verder ondernemen ze niets, geen poging om
het uiterlijk van het pand te veranderen,
of het om te vormen
in een centrum voor vieringen.

Maar na een tijdje blijkt dat de zone rondom het cafe
een favoriete plek is voor drugsdealers.
Daarop wordt besloten om de gevel van het pand in ieder geval opnieuw
te belichten. Misschien dat dat zou helpen.
En voor het plaatsje naast het cafe,
waar ook veel wordt gehangen,
worden wat mensen
uit de buurt geregeld, immers zo kwiek waren
die vier leden ook niet meer,
om de boel een beetje op te fleuren.
Er wordt een tuin gemaakt, er komen bloemen in
en wat jonge bomen.
En nou ja, die mensen die daar veel aan gewerkt hadden
voelden zich verantwoordelijk dat
dat ook goed bleef
en spoorden daarnaast meer buurtbewoners aan om
hun tuin en omgeving ook op te fleuren.
Aan de vensterbanken van de ramen in de buurt kwamen
baskets te hangen, bloembakken met nieuwe plantjes
erin.

De metamorfose van de wijk begon op te vallen.
Zo op te vallen,
dat ook andere instanties lucht kregen van
en interesse kregen in wat er gebeurde in en rondom het cafe.
Wijkraadsleden begonnen in the Furnival te vergaderen,
en na verloop van tijd werd de bierkelder omgebouwd tot een ruimte voor buitenschoolse opvang.

Tegenwoordig maken meer dan 300 mensen
wekelijks gebruik van The Furnival en
van de drie panden rondom het cafe die in 1999 leeg kwamen te staan.
Nu is er een wasserette,
een hulppost, een ruimte voor groepen, voor vieringen,
een vacature bank en een kernteam van ongeveer 30 mensen, en nog veel meer.

De oorspronkelijke vier leden leven niet meer allemaal.
Maar wat ze wel hebben meegemaakt,
was die eerste overrompeling van al dat nieuwe wat
er aan het gebeuren was.
Soms dankzij hun eigen plannen en optimisme.
Maar soms ook ondanks henzelf, omdat
alles wat er tot bloei was gekomen
veel meer was dan ze ooit zelf hadden kunnen bedenken.

Vandaag staat de vraag centraal:
wanneer had jij meer dan je dacht?
En we lazen het verhaal van die wonderbaarlijke maaltijd.
waar zo veel mensen aan deelnamen
en er toch zo veel eten overbleef dat er nog 12 manden konden worden gevuld.

En waarom vertel dan ik het verhaal over die 4 leden,
en hun Furnival, hun project, hun kerk.
Nou, misschien omdat dat verhaal
te maken heeft met dat wonder van die wonderbare maaltijd.
Met het wonder dat zo kan worden verwoord:
er is altijd meer dan je denkt.

Toen, lang geleden, aan die oever van dat meer, liep al tegen het einde(!) van de dag,
en er waren nog al die mensen,
En Jezus besluit om samen met deze mensen de maaltijd te willen delen.
Dan komen eerst de leerlingen met bezwaren:
Jezus, dat kan niet. Er is geen geld, althans niet genoeg.
Niet genoeg!
We kunnen onmogelijk voor iedereen iets kopen.

En ze hebben gelijk, natuurlijk hebben ze gelijk.

Dan is er een kind, een kind dat laat zien wat ie nog heeft:
5 broden, en 2 vissen.
Dan komen de leerlingen weer met argumenten:
Dat is mooi, mooi jongen, fijn. Ga nu weer spelen.
Jezus, dat toch bij lange na niet genoeg!
Laten we nou realistisch blijven en de mensen naar huis sturen.
En ze hebben gelijk, natuurlijk hebben ze gelijk.
Maar wat de leerlingen nog niet zien
Is dat wat er staat te gebeuren.
Wat de leerlingen nog niet kunnen zien,
Is dat wat zal worden genoemd een wonder.
Wat ze niet inzien, is dat ze in een verhaal zitten,
op een weg zijn, waar het hierom gaat:
Dat er altijd meer is dan je denkt.

Nou heb ik deze schoen meegenomen
die ik normaal aanheb
(bij het gesprek met de kinderen heb ik laten zien dat ik
gympen aan heb, op voorschrift van de fysiotherapeut, vanwege
een knieblessure. Normaal heb ik altijd hoge hakken aan)
En ik heb ook daadwerkelijk last van mijn knie.
Maar het is ook een mooi symbool.
Want soms gaan dingen goed,
En je stapt door het leven.
Maar het kan ook, dat je last van je knie krijgt,
Figuurlijk dan he,
of je breekt je hak, ook figuurlijk.

En je komt terecht in een situatie waarin het lijkt alsof je niet meer verder kunt,
Omdat je niets meer hebt om verder op te lopen.//
Zoals ook die vier laatste, oude, leden van die gemeenschap in Engeland.
Die hadden ook een hele oude,
al jarenlange kapotte “schoen”, namelijk een lege kerk.
En in hun hoofd wellicht ook al die argumenten:
Houd er maar mee op, doe het licht maar uit, jullie zijn oud,
Haal maar niets in je hoofd.
Dat zijn de stemmen die in het verhaal over de wonderbare spijziging door de leerlingen vertegenwoordigd worden.

Het zijn rationele argumenten, zeker, en die stemmen hebben in principe altijd gelijk. Vanuit dat rationele perspectief dan.
Want in het hart van die vier mensen in Engeland resoneerde iets…, iets anders, een ander perspectief, een ander geluid. Iets van hoop.

Wat ik probeer te zeggen, of eigenlijk wat deze verhalen
proberen te zeggen, is dit:
Probeer het wonder te zien.
In jezelf.
In het leven.
Er zit meer in jou dan je denkt.
Er zit meer in het leven dan je denkt.
Als je goed kijkt,
Kijkt met de ogen van het geloof,
Dan zie je soms een nieuwe weg door alle rationele argumenten heen.
Dan hoeven de mensen niet naar huis.
Dan kan er gegeten worden.
Dan blijft er over.
Dan kun je op je gympen verder.

Amen.