Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

20 mei 2012

Gemeente van Jezus Christus,

Nou, het stond op het leesrooster voor vandaag,
Maar wat een bloederig stuk tekst uit de bijbel lezen we hier!
Vandaag komen te weten hoe Judas, de verrader van Jezus,
volgens dit verhaal althans,
aan zijn einde komt. En dat is bepaald niet mals.
Bij een val wordt zijn buik opengereten, zodat zelfs zijn ingewanden naar buiten komen zetten.
Bleh.
En dat in een dienst waarin gedoopt zal worden. En we vrolijke dingen vieren,
Hoort daar niet een vrolijk stukje tekst bij. Iets leuks.

Nou, ik heb het overwogen.
Een leesrooster is uiteindelijk ook maar een richtlijn.
Maar, ik wilde deze tekst toch laten lezen,
omdat er een aantal dingen in zitten die volgens mij ook voor vandaag
voor hier, zelfs voor bij het dopen, interessant kunnen zijn.

We vinden de leerlingen vandaag in een lastige situatie.
Jezus is vertrokken.
De leerlingen hebben hem, zo vertelt het verhaal,
zien op gaan naar de hemel. Weg.
Hemelvaartsdag. Afgelopen donderdag.
Lekker vrij was u, denk ik.
Ik dan weer niet.
Maar goed, ik ben weer vrij op dagen dat u moet werken.
Dit terzijde.

Hoe nu verder?
Dat is een beetje het punt waarop de leerlingen,
en dus ook wij vandaag, zijn beland.
Hoe nu verder.
Des te meer omdat het team,
het team van discipelen,
van de leerlingen niet meer compleet is.
Het door Jezus samengestelde twaalftal
is een elftal geworden.
Judas heeft een uitschuiver gemaakt, een overtreding,
Een schanddaad staat vandaag in de tekst.
Rode kaart.
En hij moet deze daad met de dood bekopen.
Hij valt, een ongelukkige val. Einde Judas.

En dus, hoe nu verder.

Dan staat er iemand op. Het is Petrus.
En Petrus is niet op zijn mondje gevallen,
Hij staat op in het vacuum van de leiderspositie die er nu is ontstaan.
En hij vertelt wat er moet gebeuren:
iemand anders moet Judas’ plaats overnemen, zegt hij.
We moeten weer compleet worden.
Weer 12.

Of er echt precies 12 leerlingen zijn geweest,
dat weten we eigenlijk helemaal niet.
Maar het getal 12, zoals wel vaker bij getallen in de bijbel,
duidt op iets anders, op iets meer dan alleen een numerieke waarde.
12 is een symbolisch getal.
En wordt in de bijbel gebruikt om iets van volmaaktheid aan te geven.
12= compleet, af, meer dan goed, verzadigd.
Zoals ook bijv. 12 manden met brood overbleven na de wonderbare spijziging.

Maar als ik dat verhaal van vandaag eens goed bekijk,
En ik weet niet wat u ervan vindt,
dan vind ik eigenlijk dat er
nog niet zo heel veel volmaakts aan de gang is.

Eerst wordt er dus een heel naar verhaal vertelt,
Een oude profetie wordt door Petrus zomaar
gebruikt als verificatie van wat er met Judas is gebeurd.
Daarna worden er dan twee mensen
voorgesteld als vervanging van Judas,
En er wordt geloot,
hoe precies staat er niet,
Maar het lot wordt getrokken door een van hen.
Ook zielig voor die Josef van Barsabbas.

Ja, ik, ik.
Het komt allemaal nog al gehaast en wat knullig over.

Is dat het team dat nu verder moet.
Is dat het team dat de wereld in zal gaan
om te vertellen over Jezus en over God?

Ik heb het idee dat ze zelf nog helemaal niet klaar zijn voor die reis.
Voor die taken die ze willen gaan vervullen.
Ik vind ze zo, zo, zo menselijk.

En misschien is dat het ook wel.
Is dat wat het is.
Een groep mensen,
Een groep mensen die,
na alles wat ze hebben meegemaakt,
na alle verdrietige, tragische, mooie,
heerlijke, verbijsterende, ongelofelijke tijden
die ze met Jezus hebben doorgemaakt,
nu proberen om verder te gaan.

Verder op dat pad waarvan zij denken dat het de weg is
die Jezus aangaf.
En ze zijn geinspireerd,
en vol met de verhalen die Jezus hen heeft verteld,
vol met nieuwe wijsheid over het leven en over de dood,
én vol goede moed.
Maar wel mensen.

En niets menselijks zal hen vreemd zijn,
Er zullen nog heel veel fouten worden gemaakt.
Er zullen nog heel veel dingen verkeerd gaan.
En ook de mensen die na hen komen,
Die hun stokje overnemen,
Zullen op hun eigen manier proberen om verder te brengen
wat volgens hen van belang is in het leven.
En wat volgens hen te maken heeft met Jezus,
Wat volgens hen God is of zou kunnen zijn.
En ook zij zullen veel goede dingen doen.
En veel fouten maken.

Dat is eigenlijk traditie,
Die grote kluwe aan mensen die het hebben geprobeerd.
Tot aan ons, hier, nu.

Dit verhaal bepaalt mij erbij dat het een proberen ís.
Een poging om iets verder te brengen wat ons misschien verder heeft gebracht.
Om iets door te geven, waarvan we misschien denken dat iemand anders daar ook iets aan heeft.
Een poging om te grijpen naar dat wat eigenlijk niet met woorden kan worden gezegd.

Soms grijpen we mis.
Soms zijn dingen onbegrijpelijk geworden.
Dan moeten we opnieuw beginnen.
Kritisch kijken naar onze eigen gekozen woorden en gebruiken.
Zo de traditie veranderen.

Zo is het ook vandaag,
Dat wat we zingen, bidden, dat wat we doen, de rituelen,
Het aansteken van de kaarsen, het opstaan bij het lezen het evangelie, de handgebaren bij de zegen,
Het dopen van een kind,
Dat wat we met een duur theologisch woord ‘liturgie’ noemen,
Dat alles zijn pogingen om te raken aan dat wat ons raakt.

Zo is de doop een teken, verricht door mensen.
Gewone mensen, in naam van God.
We vieren dat wat ons verstand te boven gaat.
Een nieuw leven. Een wonder in ons midden,
Natuurlijk weten we best hoe kinderen worden gemaakt,
Maar daar gaat het hier niet om.
Want hoe vier je je dankbaarheid?
Hoe geef je vorm aan je emotie dat dit kind jouw kind is, en tegelijkertijd ook al zo’n eigen mens,
Van zichzelf,
En dat op een dag ook zelfstandig zal worden,
En een eigen leven zal gaan leiden.
En dat je dat uit handen moet gaan geven.

Zo proberen we met dat wat ons is doorgeven
ook vandaag nog te gebruiken.
Onze liturgie is een poging om dichtbij te komen,
Niet met ons hoofd, maar met ons hart,
Heel dichtbij dat wat voor ons
als mensen een geheim zal blijven
God, ons bestaan, het nieuwe leven in ons midden.

Amen