Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

3 juni 2012

Lezing uit de Thora: Exodus 3:1-6

Epistellezing: Romeinen 8:12-17

God overkomt je, zomaar, opeens, zoals Mozes verrast wordt door die brandende braamstruik die maar niet verbrandt. Wat kan dat toch wezen? Natuurverschijnselen kunnen ons ineens aan God doen denken. Je loopt in een verlaten vallei in Roemenië. Overal om je heen zie je op de heuvels een weelderig groeiproces. Door die machtige, overweldigende natuur voel je je als mens opeens heel klein, machteloos. Wat stelt een mens eigenlijk voor? Over maximaal twintig jaar ben je er niet meer, maar dat overweldigende groeiproces gaat alsmaar door.
Een mens is niet meer dan een voorbijganger, een vleugje stof op een weegschaal (Jesaja 40:15), en tegelijkertijd in Gods hand, veilig, behoed, bewaard. Merkwaardig, niet te bevatten.
God overvalt je, zoals Mozes en andere profeten. God valt je toe, soms confronterend. Dan zet God ons aan het denken: hoe moet je met die situatie omgaan? Wat is hier ethisch juist? Of God vergt iets van ons: dat moet je doen, nu, zoals Mozes en andere profeten profeten een bijzonder lastige klus moeten gaan doen in een vijandige omgeving.
God, verrassend, confronterend en altijd weer: een mysterie. Heilig, apart, anders dan anders, ontzagwekkend, want ondoorgrondelijk, niet te omschrijven, niet te begrijpen. Stel je je voor dat mysterie open of sluit je je ervoor af? Kan Gods Pinkstergeest doorwerken in ons bestaan, net als bij Mozes, Jezus, Bonhoeffer of sputteren we tegen en blokkeren we dat groeiproces dat God in ons leven op gang brengt? Laten wij ons op sleeptouw nemen, worden we enthousiast, of haken we af? Een lauwe gulden middenweg bestaat hier niet: het is warm of koud. Het is niet net als alleman leven, maar een heilig leven leiden. Niet een heilig boontje zijn, maar opvallend anders leven en daardoor medemensen inspireren. In de geest van Jezus leven, dus niet met een hang naar de vleespotten in Egypte. Vrij, inspirerend leven, net als Mozes en Paulus een aparte visie, een andere kijk op de werkelijkheid hebben, mensen de ogen openen voor een andere werkelijkheid, een andere manier van leven. Niet ten prooi zijn aan de verleidingen van de consumptiemaatschappij, waardoor je in een crisis belandt, maar eenvoudigweg een alternatief bieden.
Je leven laten leiden door de Geest van God, wat is dat? Wat betekent dat concreet, een kind van God zijn? Het is in ieder geval, net als Mozes en Paulus, keuzes maken, durven afwijken van wat men gewoon vindt. Een alternatief bestaan maakt het leven er niet makkelijker op, maar wel boeiender. Luisterend, inspirerend anders leven leef je voorbij de crisis en de dwang van de consumptiemaatschappij uit het meer dan het gewone. Aan deze diepe morele crisis leef je voorbij door aan de hebzucht voorbij te gaan. Dat is ons Pascha, vandaag. Paulus haalt zijn bonus binnen door te leven uit de Geest, levend uit de hoop en het vertrouwen dat het allemaal uiteindelijk goed komt, bij God.
Je leven laten leiden door de Geest van God is niet bang zijn, wat er ook gebeurt: ‘onze Vader die in de hemel zijt’ zorgt immers voor ons. Je kunt dus alleen maar Godvrezend zijn. Geen mens, hoe machtig ook, kan je bang maken. Je kunt alleen maar ‘de tyrannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt’ (Gezang 411:6). Als Mozes, Luther, Bonhoeffer bang zouden zijn geweest, hadden zij het volk nooit uit het diensthuis uitgeleid, de tirannie van machthebbers nooit durven trotseren.
Een kind van God zijn is al-tijd, dus op elk moment, alle vertrouwen hebben in ‘Abba, vader’, wat je ook overkomt. Vertrouwen houden, ook als je partner ernstig ziek is of je zelfs ontvalt. God houdt ons vast, hoe dan ook. Ons leven is geborgen in God, veilig, beschermd. Erfgenamen van Christus durven onvoorwaardelijk te leven uit Pasen en Pinksteren. Leven bij Gods beloften is leven met perspectief, de platvloersheid voorbij.
Leven in Gods Geest is, net als Mozes, Jezus, Paulus, Luther, Bonhoeffer en vele anderen, vertrouwd zijn met het mysterie dat wij ‘God’ noemen, omdat wij God niet vast kunnen leggen in een definitie, terwijl Hij wel het axioma van ons leven is. Openstaan voor meer dan het gewone is ‘leren leven van de verwondering’ (Gezang 252:2), omdat dat je leven pas wezenlijk verrijkt. Leven in het licht, leven in de vrijheid van Gods kinderen, is evenwichtig in het leven staan, je niet uit balans laten brengen, je door niets en niemand van de wijs laten brengen, omdat je wijs bent met God. Die wijsheid legt een hecht fundament onder je bestaan. Het mysterie opent je de ogen, geeft je moed op het leven.
Leven in Gods Geest is vol vreugde en humor leven uit blijde boodschap. Gein als teken van Gods genade. Vreugde geeft draagkracht. Humor relativeert zo heilzaam. Zo wordt de vreugde van Pasen concrete alledaagse werkelijkheid, ons ten goede.
Leven in Gods Geest is vol vertrouwen, vol hoop, dankbaar in het leven staan, vol vertrouwen Gods toekomst vol heerlijkheid tegemoet leven, die een einde maakt aan het lijden. Leven in Gods Geest is daarom nu al dankbaar op Gods goedheid vooruitlopen. Een leven vol scepsis kent geen tevredenheid en dankbaarheid, is aan de bedoeling van het leven voorbij leven. Ontevreden, verzuurd leven is geen leven. Leven uit de vruchten van de Geest is daarentegen het volle leven evenwichtig proeven.
Leven in Gods Geest is onmogelijk zonder veel liefde te schenken en veel geduld met medemensen te hebben. Gods liefde uitdelen, dankbaar als je bent dat je in Zijn liefde mag delen. Gods liefde met anderen delen om de aarde bewoonbaar, dus een beetje menselijker te maken. Liefde schenken om liefde te kunnen ontvangen en volop uit het gebod te leven.
Zo levend kunnen Mozes en Paulus heel veel aan. Zo levend kunnen WIJ heel veel aan. Gesterkt door de vruchten van de Geest gaan wij vol vertrouwen verder, aan Gods hand. Amen.